Vrijwillige zorg waar het kan, professioneel waar het moet
Thema 1.3: Vrijwillige zorg waar het kan, professioneel waar het moet | |||
Product 1: Maatwerk Wmo | |||
Wat wilden we hiervoor doen | |||
Client-ondersteuning en -begeleiding. Maatwerkvoorzieningen voor huishoudelijke zorg, woon-, rolstoel-, vervoers- en sportvoorzieningen. Specialistische zorg voor cliënten met een zintuigelijke beperking. De PGB regeling voor de Wmo uitvoeren. Inloop bij de GGZ en ondersteuning via de wijkteams. Transformatie binnen de Wmo en de innovatie van de zorg. | |||
Wat hebben we ervoor gedaan | |||
Mate van realisatie | Gerealiseerd | ||
Toelichting | |||
De bovenstaande activiteiten zijn uitgevoerd c.q. gerealiseerd. De transformatie en innovatie is nog volop in ontwikkeling. Zie hiervoor ook hetgeen opgenomen is onder “geboden zorg”. De specialistische zorg voor cliënten met een zintuiglijke beperking wordt landelijk ingekocht en door ons afgenomen daar waar deze specifieke ondersteuning nodig is. Alle cliënten die een maatwerkvoorziening nodig hebben voor hun ondersteuning krijgen de keuze tussen een voorziening in natura of een PGB. Ook binnen de voorziening in natura hebben we een breed scala aan aanbieders gecontracteerd. Bij het PGB wordt wel altijd een afweging gemaakt of de cliënt hier ook mee om kan gaan. | |||
Waarop gingen we rapporteren/verantwoorden | |||
Monitor Sociaal Domein | |||
(Uitvoeren Monitor Sociaal Domein) | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
De Monitor Sociaal Domein is in 2016 twee maal aan de Gemeenteraad aangeboden. Voor de inhoud wordt verwezen naar de monitor zelf. | |||
Klanttevredenheid | |||
(Uitvoeren klanttevredenheidsonderzoek) | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Bij de uitbreiding van de Wmo hebben we de GGD gevraagd om een monitor Wmo op te zetten en daarbij de samenwerking met AVANS op te zoeken. Nog in 2015 werd echter duidelijk dat het Rijk een verplicht format ging ontwikkelen voor een cliëntervaringsonderzoek en in Breda werd volop gebouwd aan een monitor Sociaal Domein. De voorgeschreven wijze van enquêtering door het Rijk maakte dat de beoogde bijdrage door AVANS niet haalbaar bleek.
In 2016 is een cliëntervaringsonderzoek (landelijk gehanteerde term voor klantbelevingsonderzoek) uitgevoerd.. Deels betrof dit de landelijke set van vragen met een verplichte werkwijze. Deze gegevens te raadplegen op de website “Waar staat je gemeente”. Daarnaast zijn er door ons aanvullende vragen geformuleerd. Deze informatie is in een presentatie gedeeld met Gemeenteraad en de klankbordgroep.
In de Monitor Sociaal Domein zien we de resultaten van het cliëntervaringsonderzoek terugkomen. Hieruit blijkt dat:
50% van de Wmo cliënten met een maatwerkvoorziening ontving in 2015 mantelzorg;
18% van de Wmo cliënten met een maatwerkvoorziening ontving in 2015 hulp van een vrijwilliger;
77% van de Wmo cliënten met een maatwerkvoorziening is tevreden over de kwaliteit van de ondersteuning, 12 procent is niet tevreden en de overige cliënten zijn neutraal is tevreden over de ontvangen ondersteuning;
70% van de Wmo cliënten met een maatwerkvoorziening vindt dat hij/zij snel geholpen is met zijn/haar hulpvraag, 14 procent vindt dit niet en de overige cliënten zijn neutraal;
76% van de Wmo cliënten met maatwerkvoorziening is in meer of mindere mate tevreden over het leven.
| |||
Herindicaties PGB | |||
(Uitvoeren herindicaties PGB) | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Alle heronderzoeken (herindicaties) zijn in 2016 afgerond en waar mogelijk opnieuw gedaan. Dit betreft zowel de zorg in natura als het PGB. | |||
Maatwerkvoorzieningen Wmo | |||
(Aantal maatwerkvoorzieningen naar aard) | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Realisatie | Begroting | Realisatie | |
Aantal maatwerkvoorzieningen naar aard | 18.488 | ||
2016 laat het onderstaande beeld zien:
Huishoudelijke verzorging: 4.253 klanten Begeleiding: 1.574 klanten
Voor huishoudelijke verzorging en begeleiding zijn per categorie unieke klanten aangegeven omdat het in de praktijk vaak voorkomt dat er verschillende voorzieningen (ook per categorie) voorkomen. Het kan wel zo zijn dat een unieke klant in zowel huishoudelijke verzorging als begeleiding voorkomt. Hetzelfde geldt voor de overige voorzieningen, dit is ook de reden dat hier het aantal voorzieningen is aangegeven.
Ten opzichte van 2015 zien we dat de dalende trend bij huishoudelijke verzorging zich ook in 2016 voortzet. Bij begeleiding hebben we in 2016 een beter beeld omdat alle niet verzilverde indicaties zijn stopgezet die we met de decentralisatie over hebben gekregen.
| |||
Product 2: Maatwerk dienstverlening volwassenen | |||
Wat wilden we hiervoor doen | |||
Huishoudelijke ondersteuning aan cliënten. Nazorg aan volwassen gedetineerden. Informele zorg, maatschappelijk werk en GGZ Preventie. Ouderen en volwassen gehandicapten ondersteunen. | |||
Wat hebben we ervoor gedaan | |||
Mate van realisatie | Gerealiseerd | ||
Toelichting | |||
Huishoudelijke verzorging is één van de maatwerkvoorzieningen die we leveren. In 2016 konden inwoners hierbij kiezen voor zorg in natura of een PGB met tevens de Alfacheque als bijzondere vorm van het PGB. Eind 2016 heeft het ministerie aangegeven dat in 2017 de alfacheque regeling moet worden afgebouwd. Reden hiervoor is dat we met deze constructie geen gebruik maken van de SVB als beheerder van het PGB en het ministerie bij de gemeentelijke voorzieningen de inzet van de regeling dienstverlening aan huis wil verbieden. | |||
Waarop gingen we rapporteren/verantwoorden | |||
Maatwerkvoorzieningen | |||
(Aantal maatwerkvoorzieningen naar aard) | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Informele zorg: er is een impuls gegeven aan een nieuw Bredase platform om koppelingen tussen vrijwilligers en mensen met (zorg) vragen tot stand te laten komen. Daarnaast is de jaarlijkse Dag van de Mantelzorg georganiseerd.
Ondersteuning ouderen: er is een (reguliere) subsidie verstrekt aan WIJ om ouderen in Breda onder de vlag van ZorgvoorelkaarBreda te ondersteunen met het accent op eigenaarschap bij de ouderen zelf.
Maatschappelijk werk: er zijn (reguliere) subsidies verstrekt aan IMW en WIJ. O.a. sociaal raadsliedenwerk en ondersteuning bij financiële of zorg vraagstukken.
Ondersteuning gehandicapten: hier zijn verschillende activiteiten van het BCG uitgevoerd. O.a. voorlichting op scholen.
Statushouders: zie hetgeen hierover opgenomen is onder "Huisvesting statushouders".
Kwetsbare groepen: zie hiervoor hetgeen is opgenomen onder “Opvang en ondersteuning volwassenen” (product 4), “Opvang” (product 1.6) en “Inburgering/participatie”.
| |||
Product 3: Maatwerk dienstverlening jongeren | |||
Wat wilden we hiervoor doen | |||
Generalistische en ambulante speciale zorg. Pleegzorg, verblijfszorg en crisishulp. Plaatsingscoördinatie Jeugdzorg Plus. Toegang tot zorg (lokaal en spoedeisend). Veilig Thuis (voormalig AMK) voor ondersteuning van cliënten. Uitvoeren regeling PGB Jeugdzorg. Jeugdbescherming en jeugdreclassering. | |||
Wat hebben we ervoor gedaan | |||
Mate van realisatie | Gerealiseerd | ||
Toelichting | |||
In de jeugdhulp onderscheiden we ambulante hulpverlening en verblijfszorg.
Totaal: In 2015 hebben in de eerste helft van het jaar in totaal 2.715 jeugdigen 1 of meer vormen van jeugdhulp ontvangen. In de tweede helft van 2015 was dit 3.055 jeugdigen en in de eerste helft van 2016 2.490 jeugdigen.
Ambulant: In de Jeugdhulp zonder verblijf waren dat in de eerste helft van 2015 in totaal 2.845 trajecten, 3.355 trajecten in de tweede helft van 2015 en 2.690 trajecten in de eerste helft van 2016.
Verblijfszorg: In de verblijfszorg waren dit respectievelijk 405 trajecten in de eerste helft van 2015, in de tweede helft 2015 410 trajecten en 335 trajecten in de eerste helft van 2016.
| |||
Waarop gingen we rapporteren/verantwoorden | |||
Transformatie Monitor Jeugd | |||
(Uitvoeren regionale Transformatie Monitor Jeugd) | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
De Regionale Transformatiemonitor Jeugd is in februari 2017 opgeleverd. Tevens vindt er een populatieonderzoek gecombineerd met een cliënt ervaringsonderzoek plaats. De resultaten hiervan worden medio juli 2017 opgeleverd. | |||
Herindicaties PGB | |||
(Uitvoeren herindicaties PGB) | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Alle heronderzoeken (herindicaties) zijn in 2016 afgerond en waar mogelijk opnieuw gedaan. Dit betreft zowel de zorg in natura als het PGB. | |||
Product 4: Opvang en Ondersteuning Volwassenen | |||
Wat wilden we hiervoor doen | |||
Ambulante begeleiding en GGZ Opvang. | |||
Wat hebben we ervoor gedaan | |||
Mate van realisatie | Gerealiseerd | ||
Toelichting | |||
In 2016 is gewerkt aan de uitvoering en doorontwikkeling van het Stedelijk Kompas; een samenwerking van diverse organisaties op het gebied van maatschappelijke opvang, GGZ en verslavingszorg. De convenantafspraken van het oorspronkelijke Stedelijk Kompas liepen eind 2015 ten einde. Op initiatief van de gemeente werd daarom het traject ‘‘Convenant Vervolgtraject Stedelijk Kompas 2016-2018’ ingegaan en zijn nieuwe afspraken gemaakt welke momenteel worden uitgevoerd. De uitgangspunten hiervan zijn: • Niemand leeft vrijwillig op straat; • Vrijblijvendheid voorbij; • Integraal beleid; • Een integrale visie op gezondheid en maatschappelijke zorg; • Passende zorg; • Voorkomen dat inwoners in de problemen komen; • Zo goed en zo snel mogelijk de juiste ondersteuning; • Het innoveren van de huidige ondersteuning aan cliënten; • Toekomstbestendig maken van de opvang.
Naast de uitvoering en doorontwikkeling van het Stedelijk Kompas is gewerkt aan:
Oprichting en uitvoering van de thematafel Regio Breda Vangt Op inclusief een uitvoeringsplan met daarin de gemaakte afspraken en doelen;
Inhoudelijke doorontwikkeling van ambulante begeleiding, samen met aanbieders;
Afstemming van zorgvraag en -aanbod ‘in de wijk’ met partners;
Inventarisatie van vraag en aanbod beschermd wonen;
Diverse werkgroepen waarin voldoende passende ondersteuning wordt geboden en ontwikkeld.
| |||
Waarop gingen we rapporteren/verantwoorden | |||
Herindicaties PGB | |||
(Uitvoeren herindicaties PGB) | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Alle heronderzoeken (herindicaties) zijn in 2016 afgerond en waar mogelijk opnieuw gedaan. Dit betreft zowel de zorg in natura als het PGB. | |||
Product 5: Volksgezondheid | |||
Wat wilden we hiervoor doen | |||
Lokaal gezondheidsbeleid, de regeling GROGZ, de GGD en Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) uitvoeren. | |||
Wat hebben we ervoor gedaan | |||
Mate van realisatie | Gerealiseerd | ||
Toelichting | |||
In Breda kennen we met ingang van 2016 geen specifieke nota Gezondheidsbeleid meer. Gezondheidspreventie maakt integraal deel uit van het beleidskader ‘Breda Doet’. De GGD West-Brabant sluit met haar focuspunten goed aan op het gemeentelijke beleid binnen het sociaal domein:
De GGD heeft in 2016 verder invulling gegeven aan het uitgangspunt “De GGD staat voor kwetsbare burgers”;
De GGD biedt vooral een vangnet, maar neemt daarbij niet het werk van ketenpartners over;
Versterking van eigen kracht, het voeren van eigen regie en optimale participatie staan centraal;
Zorg voor kwetsbare kinderen: de kinderen en het gezin zijn het uitgangspunt;
Inzet op vernieuwing van de basistaken rond jeugdgezondheidszorg (JGZ). Dit leidt steeds meer tot grotere focus op kwetsbare kinderen;
In het overgangsjaar 2017 zal verder vorm gegeven worden aan het vernieuwde basispakket JGZ;
(Sociale) veiligheid: meldpunt Zorg & Overlast inzetten voor sluitende aanpak, bijvoorbeeld voor de vangnetfunctie in relatie tot zorgwekkende zorgmijders. Hierbij wordt goed samengewerkt met ketenpartners als GGz Breburg, IMW en Novadic-Kentron als uitvoerders van de bemoeizorg in Breda. De GGD is uitvoerder van sociaal-medische zorg voor dak- en thuislozen;
De GGD geeft vorm aan een stevige verbinding tussen zorg en veiligheid.
In Breda kennen we met ingang van 2016 geen specifieke nota Gezondheidsbeleid meer. Gezondheidspreventie maakt integraal deel uit van het beleidskader ‘Breda Doet’. De GGD West-Brabant sluit met haar focuspunten goed aan op het gemeentelijke beleid binnen het sociaal domein:
De GGD heeft in 2016 verder invulling gegeven aan het uitgangspunt “De GGD staat voor kwetsbare burgers”;
De GGD biedt vooral een vangnet, maar neemt daarbij niet het werk van ketenpartners over;
Versterking van eigen kracht, het voeren van eigen regie en optimale participatie staan centraal;
Zorg voor kwetsbare kinderen: de kinderen en het gezin zijn het uitgangspunt;
Inzet op vernieuwing van de basistaken rond jeugdgezondheidszorg (JGZ). Dit leidt steeds meer tot grotere focus op kwetsbare kinderen;
In het overgangsjaar 2017 zal verder vorm gegeven worden aan het vernieuwde basispakket JGZ;
(Sociale) veiligheid: meldpunt Zorg & Overlast inzetten voor sluitende aanpak, bijvoorbeeld voor de vangnetfunctie in relatie tot zorgwekkende zorgmijders. Hierbij wordt goed samengewerkt met ketenpartners als GGz Breburg, IMW en Novadic-Kentron als uitvoerders van de bemoeizorg in Breda. De GGD is uitvoerder van sociaal-medische zorg voor dak- en thuislozen;
De GGD geeft vorm aan een stevige verbinding tussen zorg en veiligheid.
Zie hiervoor ook hetgeen opgenomen onder JOGG in Thema 1.1 Opgroeien. | |||
Waarop gingen we rapporteren/verantwoorden | |||
Regelingen | |||
(Uitvoering regelingen) | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Medio april 2017 heeft de GGD haar Jaarstukken over 2016 aan de Raad aangeboden. De GGD brengt daarbij per Productgroep (zoals Infectieziektebestrijding, Jeugd en Gezin/JGZ, Lokaal gezondheidsbeleid, Gezonde en veilige leefomgeving) de belangrijkste resultaten in beeld. In 2016 heeft de GGD op inhoudelijk en financieel gebied een verbeterslag in gang gezet met de bedoeling dat in de Beleidsbegroting 2017 per Productgroep inzichtelijk is wat de basistaken (inclusief het Maatwerk preventieprogramma’s) zijn en wat de kosten per productgroep voor de gemeente zijn. Op deze wijze kan beter gevolgd worden wat wij als gemeente precies afnemen en wat het ons kost. In 2017 zijn vernieuwde prestatie- en beleidsindicatoren beschikbaar. |