Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Algemeen
De jaarrekening is opgemaakt volgens de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de Verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (de Financiële Verordening Gemeente Breda). Op onderdelen is binnen de gemeentelijke administratie de terminologie echter ten onrechte nog niet aangepast op de actuele bepalingen uit het BBV. Daardoor ontstaat een discrepantie in de terminologie.
Voor de vergelijking van de gebruikte termen en de in het BBV opgenomen termen is onderstaande 'vertaaltabel' relevant.
Gehanteerde termen in Jaarstukken 2016 | Terminologie zoals beschreven in BBV |
---|---|
Investeringen riolering en afval | Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven |
Investeringen met maatschappelijjk nut | Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut |
Gronden in exploitatie | Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie |
Overige grond- en hulpstoffen | Grond- en hulpstoffen |
Onderhanden werk | Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie |
Magazijnvoorraden | Grond- en hulpstoffen |
- | Gereed product en handelsgoederen |
- | Vooruitbetalingen |
Vorderingen | Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar |
Nog te bestemmen resultaat | Het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening |
Vaste schulden | Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van één jaar of langer |
Kortlopende schuld | Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar |
Totaal gewaarborgde geldleningen | Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt |
Totaal overzicht van baten en lasten | Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening |
Totaal programma's | Totaal saldo van baten en lasten |
Resultaat 2016 | Het gerealiseerde resultaat |
Vanaf begrotingsjaar 2017 zal de juiste terminologie gehanteerd worden.
De geconsolideerde cijfers van deze jaarrekening gaan over alle bij de Gemeente Breda behorende organisatieonderdelen.
Waardering
De activa zijn in beginsel gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Voor materiële vaste activa geldt dat de verkrijgingsprijs, waar van toepassing, is verminderd met ontvangen bijdragen van derden die in directe relatie met het actief staan, subsidies en, voor zover het activa met een maatschappelijk nut betreft, ook bijdragen uit reserves. De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De geleasede activa in het kader van financiële lease zijn gewaardeerd op basis van economische waarde, onder schulden is de contante waarde van de nog resterende leasetermijnen verantwoord. Operationele lease beschouwen we als huur. In uitzonderingssituaties is de marktwaarde als waarderingsgrondslag gehanteerd, wanneer deze voor voorraden en deelnemingen lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Uitgangspunt is dat de materiële vaste activa met economisch nut altijd zijn geactiveerd. Indien een duurzame waardevermindering wordt onderkend vindt afwaardering plaats.
Investeringen met een maatschappelijk nut zijn slechts geactiveerd als er onvoldoende financiële middelen zijn voor dekking uit reserves of via de exploitatierekening. Dit sluit volledig aan op het BBV. Waar we investeringen met een maatschappelijk nut afschrijven gelden de termijnen uit de Afschrijvingsverordening.
In de door de gemeenteraad vastgestelde Afschrijvingsverordening staan de geldende afschrijvingstermijnen. De jaarlijkse afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur en zijn in principe lineair bepaald. Bij uitzonderingen gebruiken we de annuïtaire afschrijvingsmethode, gerechtvaardigd vanuit externe omstandigheden, bijvoorbeeld vanuit een match met rijkssubsidies. In de Afschrijvingsverordening bepaalde de raad uit praktisch oogpunt dat investeringen met een aanschafwaarde onder de € 10.000 niet geactiveerd hoeven worden.
De onder de financiële vaste activa opgenomen deelnemingen en verstrekte leningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen marktwaarde indien deze lager is dan verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
De grondvoorraden en onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs verminderd met al ontvangen verkoopopbrengsten. Voor verliesgevende grondcomplexen bestaat een voorziening. Op het moment dat een tekort wordt verwacht op een grondexploitatie wordt een voorziening getroffen (contante waarde). Aan voorzieningen mag in principe op basis van artikel 45 BBV geen rente worden toegevoegd. Uitzondering hierop is de situatie waarin voorzieningen zijn gewaardeerd tegen contante waarde. Hiervan is sprake bij de Voorziening negatieve planresultaten.
De gemeente heeft extracomptabel inzichtelijk gemaakt welke winstpotentie er is voor de complexen die naar verwachting afsluiten met een batig saldo. Winstneming gebeurt op het moment dat de winst is gerealiseerd. Vaak is dat wanneer het complex in financiële zin is afgerond. Tussentijds kan ook al winst worden genomen. In dat geval gaan we ervan uit dat het deel van de winst dat wordt onttrokken aan de exploitatie en toegevoegd aan de weerstandscapaciteit, is gerealiseerd. Om dat te bepalen kijken we naar de boekwaarde, de nog te ontvangen inkomsten uit grondverkopen en de nog te betalen kosten van bouwrijp maken. Er zijn criteria voor het tussentijds nemen van winst van grondexploitaties.
De overige kortlopende activa, zoals debiteuren, overige vorderingen en liquide middelen, zijn opgenomen tegen de nominale waarde, verminderd met een voorziening voor oninbaarheid.
Kortlopende passiva, zoals crediteuren en overige schulden zijn ook opgenomen tegen nominale waarde.
Voorzieningen zijn opgenomen tegen nominale waarde, met uitzondering van de Voorziening APPA. Deze is gewaardeerd tegen contante waarde.
Voorzieningen voor planmatig onderhoud zijn onderbouwd met een meerjarenperspectief. Voor afvalstoffen en riolering zijn er voorzieningen, waarin jaarlijkse resultaten worden geëgaliseerd.
De algemene reserves dienen als algemeen financieel weerstandsvermogen. In bestemmingsreserves zijn bedragen gereserveerd voor (specifiek) benoemde toekomstige uitgaven of bijdragen aan budgetten.
Op bijzondere waarderingsgrondslagen van specifieke balansonderdelen gaan we in bij het betreffende onderdeel in de toelichting op de balans.
Resultaatbestemming
De mutaties in reserves waarover de gemeenteraad bij begroting(swijziging) al besloot, worden verantwoord na de bepaling van het bruto resultaat volgens de rekening van baten en lasten. Het resultaat volgens de rekening van baten en lasten leidt, samen met de mutaties in de reserves waarover de raad al besloot, tot een nog te bestemmen nettoresultaat. Het nettoresultaat staat als afzonderlijke post op de balans. De gemeenteraad besluit over de resultaatbestemming bij de behandeling van de jaarrekening.