Programma 1Vitaal en sociaal Breda
Onze ambitie in de Begroting 2016
Wij zijn Breda. Bewoners, maatschappelijke organisaties, initiatieven, ondernemers, onderwijs en de gemeente werken samen. We geven vorm en inhoud aan een leefbare, creatieve, ondernemende, vitale en sociale stad, dorpen en wijken. Een gemeenschap waarin we met elkaar leven, wonen en werken. Bewoners zien naar elkaar om en doen een beroep op elkaar vanuit een positief mensbeeld. Elkaar helpen, ondersteunen en zorgen voor elkaar. Dat vindt plaats dankzij de sociale verbanden van mensen. Dit gaat samen met het in stand houden, en waar nodig verbeteren, van de leefomgeving in de wijken en dorpen. Bredanaars geven met elkaar invulling aan wat nodig is in hun woon-, leef- en werksituatie. Mensen verbinden zich vooral in het dagelijks leven via school, werk, buurt, verenigingen, sport en cultuur. De gemeente faciliteert en ondersteunt de mensen dichtbij waar nodig. Daarmee zijn we aanvullend op de eigen mogelijkheden van bewoners. Veel vrijwilligers zetten zich in voor activiteiten, diensten en voorzieningen in wijken en dorpen. Zij staan daarmee voor een leefomgeving die sociaal, veilig en leefbaar is. De kracht van onderlinge netwerken en hulp kan intensiever worden benut en gesteund. Dit biedt ook kansen aan mensen voor wie dat niet vanzelfsprekend is, door een bepaalde kwetsbaarheid, beperking of gedragsprobleem. Onze diensten en activiteiten in het gewone leven zijn er steeds op gericht dat er voor deze mensen geen belemmering is om mee te doen. Daar waar nodig ondersteunen wij, door samen te werken met vrijwilligersorganisaties, het bedrijfsleven, het onderwijs en andere maatschappelijke partners. Vrijwillig waar dat kan, betaald waar het moet. De transitie van de zorg gaat nu over in de transformatie naar een meer integrale benadering, waarbij samenwerking met maatschappelijke partners en (boven) regionale afstemming een voorwaarde is. Zo regelen we samen de opgave om de zorg en ondersteuning anders en slimmer, dichtbij huis, voor en met elkaar te realiseren in Breda. Door het toepassen van nieuwe werkvormen en technieken winnen we veel aan kwaliteit, verminderen we bureaucratie en besparen we kosten. Dat kan binnen de participatie, de Wmo, beschermd wonen en de jeugdzorg zelf. In het programma ‘Breda Doet’ krijgt dat nog meer de nadruk. |
Externe ontwikkelingen in het afgelopen jaar
De geschetste ontwikkelingen zijn opgepakt binnen het sociaal domein. In juli 2016 werden “Breda Doet, Samen Verder!” en “Aan Tafel!” door college en raad vastgesteld. Hiermee wijzigde de wijze van subsidiëring van het voorliggende veld op het sociale domein ingrijpend. “Breda Doet, Samen Verder!” geeft het inhoudelijke kader en het is nu aan de thematafels en wijkplatforms om te adviseren over de aanpak en activiteiten en de daarvoor (binnen het beschikbare subsidieplafond) in te zetten middelen. Het proces met thematafels is net voor de zomer van 2016 gestart. In de loop van de tweede helft van 2016 startte de inrichting van de wijkplatforms. Via de wijkplatforms worden initiatieven uit de wijken en dorpen gestimuleerd en ondersteund. Meerdere thema’s uit programma 1, die vormgeven aan onze wettelijke verplichtingen en die terugkomen in “Breda Doet, Samen Verder” zijn opgepakt door de thematafels. Per thema wordt ingegaan op de bijdrage vanuit de thematafels. |
De thema`s
Opgroeien
Wat wilden we bereiken?
Kinderen zijn de volwassenen van de toekomst. Alle kinderen in Breda krijgen de kans om gezond en veilig op te groeien. Ze kunnen hun talenten ontwikkelen en deelnemen aan de samenleving. Ieder kind krijgt het onderwijs dat bij hem of haar past. Elke jongere gaat naar school of werkt. Ouders zijn hiervoor als eerste verantwoordelijk en de gemeente komt in beeld als dit niet vanzelf gaat. Indien noodzakelijk krijgt een ieder de ondersteuning die nodig is.
Wat wilden we hiervoor doen?
Veranderingen in de jeugdzorg doorvoeren, samen met ouders, kinderen en professionals. Ouders en kinderen dichtbij huis met de juiste zorg ondersteunen (onder andere Wijkteams en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)). Ouders en kinderen waar nodig met specialistische zorg ondersteunen. We gaan de preventieve hulp door het CJG beter positioneren ten opzichte van andere toegangen in de zorg en ten opzichte van de zorgaanbieders.Wijken en woonomgeving verbeteren zodat jeugd er veilig kan spelen en opgroeien. Een actieve en gezonde levensstijl voor jeugd stimuleren en zorgen dat jeugd optimaal toegang heeft tot sport en cultuur.
Met Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) stimuleren we een gezonde leefstijl onder kinderen en jongeren. Dit doen we door meer bewegen en gezonde voeding te stimuleren in samenwerking met private partijen, maatschappelijke organisaties en zorgverleners. Hierdoor voorkomen en dringen we het overgewicht onder jongeren terug. We stimuleren dagelijks bewegen en sporten. We gebruiken het JOGG-netwerk om activiteiten op te zetten of bestaande initiatieven verder te versterken.
Wat hebben we ervoor gedaan?
De doelstellingen ten aanzien van Jeugd zijn vastgelegd in de Jeugdwet 2015 en het daarop gebaseerde beleidskader. Hierin staan 5 doelstellingen centraal.
1. Versterken van preventie en eigen kracht;
2. Bieden van generalistische Jeugdhulp en het realiseren van een eenduidige toegang tot specialistische hulpverlening;
3. Bieden van specialistische Jeugdhulp en veiligheid;
4. Transformeren door samenwerking en vernieuwing;
5. Terugdringen van de bureaucratie.
Om deze doelstellingen te bereiken dient er gekeken te worden naar de resultaten over een aantal jaren. Ieder jaar wordt er een actieplan opgezet en vastgelegd in het Jeugdmagazine Breda. De acties zijn aan de doelstellingen gekoppeld. Ook voor 2016 is dit uitgevoerd. Acties die in 2016 zijn gestart en uitgevoerd, zijn onder andere: de kindvriendelijke stad, pilot overgang jeugdhulp naar volwassenhulp, vormgeving samenwerking huisartsen en jeugdhulp, pilot ziekenhuis CJG-ers, uitbreiding pleegzorgarrangementen, meet and greets met CJG en zorgaanbieders, jeugdparticipatievisie en uitvoering daarvan.
Meer informatie hierover is te vinden in de jeugdmagazines uit 2016 en 2017 (zie hiervoor: https://www.breda.nl/familie-zorg-welzijn/zorg-werk-jeugd/jeugdhulp).
Om de resultaten te meten van het nieuwe beleid en de acties die daarin zijn ondernomen wordt er jaarlijks een transitiemonitor opgesteld. Deze monitor meet jaarlijks de resultaten op de 5 doelstellingen.
In het eerste jaar waren de cijfers nog niet heel hard omdat door de veranderingen veel aanbieders nog geen goede cijfers op konden leveren. Inmiddels is dit verbeterd. In de transformatiemonitor 2016 zien we de eerste tekenen van vermindering van de specialistische zorg en de toename van de activiteiten van het CJG. Voorzichtig kunnen we concluderen dat het ingezette beleid tot de eerste gewenste effecten heeft geleid in 2016.
De thematafel ‘Breda Opgroeien’ heeft gezamenlijk overleg gevoerd over en voor 2017 plannen gemaakt voor de volgende resultaten:
- Kinderen kunnen hun talenten ontwikkelen;
- Kinderen groeien op in een veilige omgeving;
- Ouders voelen zich gesteund in de opvoeding van hun kind;
- De weerbaarheid van kinderen en jongeren neemt toe;
- Voorzieningen en activiteiten voor kinderen en jongeren sluiten goed aan op hun behoeften;
- Iedere jongere heeft een sociaal netwerk en voelt zich daarin thuis.
In de gemeente Breda maakt ongeveer 5-9% van de jeugdigen tot 18 jaar gebruik van Jeugdhulp. Dit zijn ongeveer 2.000 – 2.700 jeugdigen. De geboden Jeugdhulp beslaat alle vormen van Jeugdhulp. Dat kan zijn een enkel gesprek tot gesloten jeugdzorg.
Over het algemeen worden er bij de toegang organisaties blijvende positieve resultaten behaald. Er zijn echter cliënten die regelmatig bij de toegang terugkomen en veelal langduriger begeleiding nodig hebben. Dit komt met name voor bij gezinnen in scheiding, multi-probleem gezinnen of gezinnen waar opvoedingsvaardigheden ontbreken. De behoefte aan begeleiding of ondersteuning is ook soms fase-gerelateerd; wanneer kinderen een volgende ontwikkelingsfase bereiken, ontstaan er weer andere hulpvragen.
Definitie: jeugdigen zijn 0-18 jaar, kinderen 0-12 jaar en jongeren 12-18 jaar.
Wat was de uitdaging?
Opvoeden | |||
(Door meting van aantal ouders dat beroep doet op Centrum Jeugd en Gezin) | |||
Stijging van het percentage ouders dat zich geschikt vindt om hun kinderen op te voeden. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Realisatie | Begroting | Realisatie | |
Opvoeden | test norm 2016 | 16% | |
Wanneer ouders behoefte hebben aan professionele hulp of advies kunnen zij in het voorveld (huisarts, jeugdarts, CJG) terecht, of in de niet vrij toegankelijke zorg (een GGZ psycholoog, orthopedagoog of jeugdbescherming). In de eerste helft van 2015 hadden 19% van de ouders aangegeven behoefte te hebben aan professionele hulp of advies. Hiervan heeft 16% ook daadwerkelijk gebruik gemaakt. In de eerste helft van 2016 had 25 % deze behoefte en heeft wederom 16% hiervan gebruik gemaakt.
Daarnaast wordt de eigen kracht van gezinnen versterkt waardoor vragen of zorgen over de opvoeding ook in het sociale netwerk gesteld kunnen worden. In de regionale transformatiemonitor Jeugd 2016 wordt dit uitgebreid toegelicht.
| |||
Opgroeien | |||
(Het percentage jongeren dat thuis, bij hun eigen ouders, prettig en veilig opgroeit) | |||
Zorgen dat kinderen thuis, bij hun eigen ouders, prettig en veilig kunnen opgroeien. | |||
Status van de indicator | Op schema | ||
Uit het jaarverslag van Veilig Thuis over 2015 blijkt dat er 1.045 meldingen zijn binnengekomen, er 359 adviezen zijn afgegeven en 73 onderzoeken hebben plaats gevonden. Uit de regiocijfers blijkt dat er in 9 van de 10 gevallen kinderen betrokken zijn. Dit betekent overigens niet dat er gelijk sprake is van kindermishandeling. De landelijke gegevens van het CBS geven aan dat 0,9 % van de jeugdigen in Breda Jeugdbescherming ontvangen en 0,4 % van de jeugdigen in jeugdreclassering zitten. | |||
Gezondheid | |||
(Het percentage jongeren dat geestelijk en lichamelijk gezond is) | |||
Zorgen dat jongeren geestelijk en lichamelijk veilig en gezond opgroeien en zich naar vermogen ontwikkelen op school of opleiding. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Zie hiervoor hetgeen opgenomen is in de gezondheidsmonitor Jeugd 2016. Deze geeft de staat van de gezondheid van jeugdigen op verschillende leeftijden en op verschillende thema’s aan. | |||
JOGG | |||
(Het percentage kinderen en jongeren met een gezonde leefstijl) | |||
Het overgewicht onder kinderen en jongeren in de wijk Geeren daalde naar 22%. Het overgewicht onder kinderen en jongeren in Heuvel daalde naar 12%. In Breda daalde het aantal kinderen met overgewicht naar 8%. In Breda beweegt 91% van de kinderen minimaal zeven uur per week. In Breda eet 78% van de kinderen dagelijks groente en eet 87% van de kinderen dagelijks fruit. In Breda drinken kinderen meer water in plaats van zoete dranken. Streefcijfer voor Breda: 8% of minder overgewicht onder kinderen en jongeren. Met de JOGG-aanpak streven we naar een afname van overgewicht onder Bredase kinderen en jongeren. JOGG brengt de vraag en aanbod op het gebied van een gezonde leefstijl voor jongeren vanuit bewoners, organisaties en bedrijven samen. We ondersteunen initiatieven die een gezonde leefstijl bij kinderen en jongeren stimuleren en proberen deze te versterken. We sluiten daarbij zo veel mogelijk aan bij de vraag vanuit de stad. In 2016 blijven we vooral inzetten op de thema's: - Water drinken: meer kinderen en jongeren drinken water in plaats van suikerhoudende dranken. - Gratis bewegen: kinderen en jongeren bewegen meer gedurende een dag. Daarnaast op korte termijn de website www.jogg-breda.nl online. Via deze website verwachten we het netwerk te vergroten en de communicatie rond de Bredase JOGG-aanpak te verbeteren, daarbij worden ook nieuwsbrieven en social media ingezet. | |||
Status van de indicator | Op schema | ||
Het overgewicht onder kinderen tot 11 jaar in de wijk Geeren daalde naar van 25% naar 17%. Ten aanzien van jongeren zijn over 2016 geen cijfers op wijkniveau beschikbaar. In de jeugdmonitor 2016 was het niet mogelijk om op wijkniveau cijfers te genereren.
Het overgewicht onder kinderen tot 11 jaar in de wijk Heuvel daalde van 12% naar 11%. Ten aanzien van jongeren zijn over 2016 geen cijfers op wijkniveau beschikbaar. In de jeugdmonitor 2016 was het niet mogelijk om op wijkniveau cijfers te genereren. In Breda daalde het aantal kinderen tot 11 jaar met overgewicht van 11% naar 8%. Het overgewicht bij jongeren in het voortgezet onderwijs (klas 2 en 4) is gelijk gebleven met 13%.
Het percentage jongeren in het voortgezet onderwijs dat 5 of meer dagen per week minstens 1 uur beweegt is gedaald van 69% in 2014 naar 46% in 2016. Het gemiddeld aantal dagen per week dat kinderen van 6-15 jaar 1 uur aan lichaamsbeweging doen, is gestegen van gemiddeld 4,7 dagen in 2007 tot gemiddeld 5,0 dagen in 2016. Het aantal kinderen dat wekelijk sport bij een vereniging is nagenoeg stabiel van 85% naar 84%.
70% van de jongeren in het voortgezet onderwijs eet 5 of meer dagen per week groente. 47% van de jongeren in het voortgezet onderwijs eet 5 of meer dagen per week fruit. Ten aanzien van kinderen zijn over 2016 geen cijfers beschikbaar. Deze komen weer beschikbaar 2017/2018
Ten aanzien van het drinken van water door kinderen zijn over 2016 geen cijfers beschikbaar.
Het streefcijfer van 8% of minder overgewicht onder kinderen is in 2016 behaald.
Begin 2016 is de website www.jogg-breda.nl gelanceerd. Via deze website verwachten we het netwerk te vergroten en de communicatie rond de Bredase JOGG-aanpak te verbeteren, daarbij worden ook nieuwsbrieven en social media ingezet. De website is in 2016 gemiddeld per maand door 200 bezoekers bezocht. Het aantal abonnees van de nieuwsbrief JOGG Breda is in 2016 gegroeid naar 142, waarvan meer dan 50% de nieuwsbrief ook daadwerkelijk leest.
|
Achterliggende documenten
Maand / Jaar | Kaderstellend / Rapporterend / Evaluerend | Document |
---|---|---|
2014 | Kaderstellend | Beleidskader jeugdhulp 2014 |
2015 | Kaderstellend | Jeugdhulp 2015 |
augustus 2016 | Kaderstellend | Bestuursakkoord Focus op vooruitgang |
mei 2015 | Kaderstellend | Voorjaarsnota 2015 Breda. |
2015 | Kaderstellend | Breda doet |
2015 | Kaderstellend | Breda Basis (kader subsidieuitvraag 2016). |
Gerelateerde producten
Risico's
Inkomensverwerving
Wat wilden we bereiken?
Alle Bredanaars werken naar vermogen in een reguliere baan. Bredanaars met een gemeentelijke uitkering, voor wie (regulier) werken (nog) niet mogelijk is, doen mee naar vermogen. Zij werken aan hun ontwikkeling en leveren een (maatschappelijke) bijdrage aan Breda. Alle Bredanaars, met werk of een uitkering, regelen hun eigen financiën.
Wat wilden we hiervoor doen?
Werk is de beste manier om in de maatschappij mee te doen en sociale uitsluiting te voorkomen. Werk maakte mensen economisch en sociaal zelfstandig en zelfredzaam. De arbeidsmarkt kent nog steeds geen (grote) groei. Desondanks is het toch gelukt om in 2014 en 2015 cliënten te plaatsen. Samen met bewoners zet de gemeente steeds meer initiatieven op in de stad, onder andere de proeftuinprojecten. De sociale partners in Breda en de regio West-Brabant zijn direct betrokken bij de plannen en de uitvoering. Lokaal en regionaal wordt participatie- en arbeidsmarktbeleid opgesteld en uitgevoerd, bijvoorbeeld het regionaal platform arbeidsmarkt en regionaal werkbedrijf. Breda heeft hier als centrumgemeente, in goede samenwerking met de gemeenten in West-Brabant, een initiërende en coördinerend rol.Op bescheiden schaal beginnen met beschut werk.
Wat hebben we ervoor gedaan?
Omdat iedereen iets anders nodig heeft, hebben we een breed palet aan trajecten en instrumenten om mensen op weg te helpen richting werk of participatie. We werken samen met onze partners in de gemeente: werkgevers, onderwijs, uitzendbureaus en maatschappelijke organisaties. We organiseren als gemeente zelf ook trajecten en trainingen waardoor mensen zich kunnen ontwikkelen en beter inzicht krijgen in hun mogelijkheden en wensen. We hebben diverse projecten en trajecten richting werk in samenwerking met externe partijen uitgevoerd, bijvoorbeeld in de re-integratie proeftuin. Als de weg naar betaald werk er (voorlopig) niet inzit, verwachten we een maatschappelijke inspanning. We begeleiden mensen naar vrijwilligerswerk of activeringstrajecten. Soms is eerst een zorgtraject nodig.
We zorgen voor een goede dienstverlening richting werkgevers om mensen uit de doelgroep aan het werk te krijgen. Daarbij hebben we verschillende instrumenten om werkgevers te ontzorgen, waaronder specifieke instrumenten voor mensen met een beperking zoals loonkostensubsidie en jobcoaching. We organiseren zelf ook werk in de sociale werkvoorziening en in de nieuwe voorziening beschut werk.
De thematafel ‘Breda Aan de slag’ heeft gezamenlijk overleg gevoerd over en voor 2017 plannen gemaakt voor de volgende resultaten:
Elke jongere komt goed voorbereid op de arbeidsmarkt of werkt;
Bewoners voorzien in hun eigen levensonderhoud en zijn financieel zelfredzaam;
Mensen voor wie (regulier) werken (nog) niet mogelijk is, participeren naar vermogen, werken aan hun
ontwikkeling en leveren een maatschappelijke bijdrage aan hun gemeente.
Wat was de uitdaging?
Verbeteren positie arbeidsmarkt | |||
Het verbeteren van de positie op de arbeidsmarkt van uitkeringsgerechtigden. Hiertoe worden trajecten en activiteiten ingezet conform het vastgestelde beleidsplan participatie 2015-2016. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
In 2016 zijn de voorbereidingen in gang gezet om de ondersteuning op het terrein van werk en inkomen aan te sluiten bij de ‘Toegang Sociaal Domein.’ In juni is de gemeenteraad geïnformeerd over het besluit om de uitvoering van het terrein werk, inkomen en activering anders te organiseren volgens de principes van “Breda Doet, Samen verder”. Veel werk is in 2016 verzet om de omslag te maken om per 1 januari 2017 te kunnen werken volgens de vier uitgangspunten van Breda Doet: maatwerk, integraliteit, nabijheid en tijdig.
Ondertussen is de uitvoering van de verschillende taken op het gebied van re-integratie en participatie gewoon doorgegaan. Conform het uitvoeringsplan zijn cliënten ondersteund in de re-integratie op basis van een plan van aanpak. Daarbij zijn instrumenten ingezet als leer-werktrajecten en arbeidsbemiddeling. Door middel van een actieve werkgeversbenadering binnen het werkgevers service punt(WSP) zijn vacatures verworven voor onze doelgroep. Mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt zijn bemiddeld naar activeringsplekken. Ook zijn diverse projecten en initiatieven opgestart en uitgevoerd, onder andere vanuit de re-integratie proeftuin.
Sinds 2015 zijn gemeenten ook verantwoordelijk voor de arbeidstoeleiding van mensen met een beperking. Kijken we naar de invulling van baanafspraken, de extra banen voor mensen met een beperking, dan blijkt dat we de regionale doelstellingen ruimschoots halen. In cijfers van het UWV is te zien dat er in West-Brabant reeds 1.189 baanafspraken zijn gerealiseerd, ruim boven de doelstelling van 715 voor eind 2016. Een groot deel hiervan zijn extra detacheringen vanuit de SW.
Hoewel we regionaal goed in de pas lopen met het aantal baanafspraken, blijven de plaatsingen vanuit de gemeentelijke doelgroep in Breda achter. Als we de SW detacheringen en de personen met Wajong uitkering buiten beschouwing laten zijn er in Breda in 2016 in totaal 11 personen geplaatst op een baanafspraak. Dit aantal willen we substantieel verhogen. Hier gaan we de komende periode op investeren.
Positief is dat we voorop lopen in de uitvoering van beschut werk (inmiddels verplicht gesteld door het Rijk). In april 2016 waren er landelijk slechts 115 plekken voor beschut werk gerealiseerd. De gemeente Breda had op dat moment 15 medewerkers in dienst in het beschut werk, inmiddels zijn dat er 29.
|
Achterliggende documenten
Maand / Jaar | Kaderstellend / Rapporterend / Evaluerend | Document |
---|---|---|
2014 | Kaderstellend | Beleidskader Participatie (Investeren in werk, Participatie door verbinding). |
mei 2015 | Kaderstellend | Voorjaarsnota 2015 Breda. |
2015 | Kaderstellend | Breda doet |
2015 | Kaderstellend | Breda Basis (kader subsidieuitvraag 2016). |
Gerelateerde producten
Risico's
Over 2016 is een tekort op BUIG en op het participatiebudget ontstaan. In 2017 wordt een aanvraag ingediend op de landelijke vangnetregeling 2016.
Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten (Wet BUIG): het objectieve verdeelmodel pakt ongunstig uit voor de gemeente Breda. Het model is in ontwikkeling en er worden nog steeds verbeteringen aangebracht.
Door de Participatiewet is per 2015 is na ruim dertig jaar de toegang tot de Sociale Werkvoorziening (SW) afgesloten. Er is geen nieuwe instroom meer. Het aantal Sw-medewerkers daalt daardoor elk jaar. Tegelijkertijd is de berekeningssystematiek van de rijkssubsidie aangepast van subsidie per medewerker naar een landelijk verdeelmodel, waarvan in de meicirculaire 2016 is gebleken dat door het Rijk van te hoge uitstroomcijfers is uitgegaan. Als gevolg daarvan is het beschikbare macrobudget te laag om de werkelijke kosten te dekken. Tot eind september 2016 was onduidelijk of financiering van de SW zou geschieden op basis van voorcalculatie (begroting) of op basis van nacalculatie (werkelijk gerealiseerde aantallen). Toen werd door het Ministerie het standpunt ingenomen dat het macrobudget voor de SW leidend zou zijn. En dus geen nacalculatie meer zou plaatsvinden. Daarna is door diverse belangen- en brancheorganisaties een intensief lobby traject gestart, maar tot op heden zonder concreet resultaat. Op 8 maart jl. heeft de staatssecretaris aangeven zich nog eens te willen buigen over de financiële problematiek in de sector (circa € 400 mln. landelijk), echter nog zonder concrete uitspraak. Hiertoe is landelijk tevens een manifest opgesteld om ‘reparatie’ van deze problematiek door het Rijk richting Gemeenten te realiseren. De gemeente Breda heeft zich als medeondertekenaar achter dit manifest gesteld.
Vrijwillige zorg waar het kan, professioneel waar het moet
Wat wilden we bereiken?
Bredanaars zijn betrokken bij elkaar om voor iedereen een goede leefomgeving en sociaal netwerk te vormen. Bewoners doen mee op economisch en sociaal gebied waar het kan en krijgen ondersteuning als dit nodig is. Vrijwilligers zorgen voor die ondersteuning waar dat kan en we organiseren betaalde inzet waar het moet. Voor jezelf en elkaar zorgen is de gewoonste zaak in Breda. Wij zijn er voor elkaar en met elkaar. Het motto is "vrijwillige zorg waar het kan, professioneel waar nodig!".
Wat wilden we hiervoor doen?
Het leveren van goede ondersteuning dichtbij huis en snel de juiste zorg.We verzorgen maatwerkvoorzieningen voor huishoudelijke zorg, woon-, rolstoel-, vervoers- en sportvoorzieningen. Daarnaast verzorgen we individuele en groepsbegeleiding, kortdurende verblijven en persoonlijke verzorging gericht op begeleiden.
We richten het vrijwilligersbeleid op een eigentijdse manier in, stimuleren vrijwillige inzet en zorgen voor een goede match tussen vraag en aanbod.
We zetten in op zorg en innovatie samen met onze partners in Breda en de regio.
Met het onderwijs wordt geprobeerd zoveel mogelijk aansluiting te zoeken.
Hierbij worden vrijwilligers en mantelzorgers intensief betrokken bij de zorg.
We gaan de regio inrichten als Europese proeftuin voor zorg en vernieuwing, samen met Roosendaal en Bergen op Zoom.
Een regionale gezamenlijke inzet creëren in West-Brabant in het Interreg project Cross Care.
Mensen wonen langer zelfstandig (met ondersteuning in buurt en wijk).
Zorg voor elkaar Breda opereert zelfstandig, zodat elke Bredanaar die dat nodig heeft kan rekenen op passende ondersteuning.
Wat hebben we ervoor gedaan?
Het jaar 2016 is een succesvol jaar geweest, waarin wij grote stappen hebben gezet met het anders organiseren en financieren van de vrij toegankelijke ondersteuning zoals vastgelegd in “BredaDoet, Samen verder”. Organisaties hebben samen plannen gemaakt, in plaats van ieder afzonderlijk. Met als bedoeling om beter aan te sluiten bij de wensen van Bredanaars.
De thematafel ‘Zorg voor elkaar Breda’ heeft gezamenlijk overleg gevoerd over en voor 2017 en 2018 een gezamenlijk plan gemaakt voor de volgende resultaten:
- Mensen voelen zich thuis in hun wijk of dorp;
- Bewoners hebben een sociaal netwerk, waarop ze kunnen terug vallen als ze steun nodig hebben;
- Minder mensen voelen zich eenzaam;
- Bewoners zijn actief betrokken bij hun leefomgeving;
- Bewoners zijn tevreden over de ondersteuning bij hulpvragen;
- Mantelzorgers zijn in beeld en worden ondersteund, zodat zij niet overbelast raken;
- Bewoners voelen zich gesteund bij het realiseren van initiatieven en het doen van vrijwilligerswerk;
- Bewoners voelen zich veilig in hun leefomgeving.
- Bewoners voelen zich betrokken bij de sociale veiligheidsvraagstukken in hun leefomgeving.
We hebben voor de Wmo de stap gemaakt naar het leveren van maatwerk (tijdig, nabij, integraal), vrijwillig waar het kan en professioneel waar nodig, en we werken samen met de inwoners, in plaats van voor de inwoners. Voor de maatwerkvoorziening is er een passende financiering op basis van vaste tarieven per periode. Dit is een omslag in denken, doen en laten van inwoners, het voorliggend veld, de Wmo wijkteams (toegang) en de aanbieders.
Door het gesprek aan te gaan met de inwoners maken we samen met hen een plan om de juiste ondersteuning in te zetten. Dit altijd vanuit de gedachte dat de inwoners en hun netwerken eerst kijken of zij het zelf kunnen oppakken, daarna pas met vrijwilligers en het voorliggend veld. Als een maatwerkvoorziening nodig is dan wordt deze toegekend. Vaak zien we dat het een mix wordt. Deze huidige werkwijze nemen we mee naar 2017. Investeren in de beweging naar de voorkant en investeren in een goede toegang. Zorgen dat aanbieders blijven door ontwikkelen en het aanbod nog verder loslaten, met een passend tarief.
Met het Europese project Cross Care zijn stappen gezet om de regio tot een proeftuin voor zorg en vernieuwing te laten groeien. De eerste projecten zijn in het najaar gehonoreerd en worden nu met Vlaanderen en onze regionale onderwijsinstellingen doorontwikkeld. Het Breda actieprogramma zorg en innovatie heeft ook mooie verbindingen tot stand gebracht.
Wat was de uitdaging?
Geboden zorg | |||
(Goede ondersteuning en zorg dekt de vraag) | |||
Voldoende en tijdig beschikbare capaciteit om de juiste zorg en ondersteuning te leveren aan wie dat nodig heeft. | |||
Status van de indicator | Op schema | ||
Inwoners kunnen met hun vraag terecht bij Zorg voor elkaar Breda. In 2016 hebben we geconstateerd dat deze route nog te weinig wordt bewandeld en dat nog veel inwoners rechtstreeks contact opnemen met de gemeente (via 14076). Hierop gaan we in 2017 extra energie zetten. Het wijkteam wordt door inwoners en partners / aanbieders als goed beoordeeld.
De nieuwe en bestaande cliënten zijn in beeld en daarop wordt de juiste zorg en ondersteuning ingezet, wel kunnen we verbeteren door nog meer maatwerk te leveren. Hiertoe is een intensief trainingsprogramma opgestart met het Instituut Publieke Waarden. Tevens zien we een iets langere doorlooptijd dan is afgesproken.
Bij aanbieders van maatwerkvoorzieningen zien we in sommige situaties nog te veel aanbod gerichtheid. Dit vraagt om blijvende aandacht voor een goede match tussen de specifieke vraag van de cliënt en de ondersteuning die geboden wordt, zodat iedereen een passende ondersteuning krijgt.
| |||
Maatschappelijke deelname bewoners | |||
(Meer Bredanaars doen mee aan vrijwillige inzet, verenigingswerk en mantelzorg) | |||
Een goede match tussen vraag en aanbod en eigentijds inrichten van het vrijwilligersbeleid zorgen voor meer vrijwilligers bij verenigingswerk en mantelzorg. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Het aantal nieuwe vrijwilligers in de periode januari tot en met oktober 2016 bedraagt: 612. Dit is een stijging van 11%, waarmee de ambitie is gehaald. De vrijwilligers zijn over het algemeen tevreden, wanneer er vragen zijn weten ze de weg naar Breda Actief te vinden. Ondersteuning en begeleiding van vrijwilligers vindt continue plaats. Hiermee wordt doorgegaan op de ingezette koers. | |||
Bereik kwetsbare Bredanaars | |||
(Kwetsbare Bredanaars (inclusief 55+ers) en maatschappelijke organisaties vinden elkaar ) | |||
Kwetsbare Bredanaars zijn in beeld bij de maatschappelijke organisaties. Zorg en ondersteuning sluiten aan op de behoefte, inclusief door ontwikkelen van Zorg voor elkaar Breda. | |||
Status van de indicator | Op schema | ||
Gegevens over het bereik van Zorg voor elkaar Breda volgen in 2017. Niet iedereen is in beeld. Daarom is meer samenwerking tussen formele en informele organisaties nodig. In de kern: de burger staat centraal en deze voert samen met hulpverleners/vrijwilligers regie over het vraagstuk/probleem waar hij/zij tegen aanloopt. Hierdoor sluit de dienstverlening aan op de behoefte. De thematafels hebben gezorgd voor verbreding van het gedachtegoed en het aanhaken van meer partners. | |||
Zelfstandig wonen | |||
(Mensen wonen langer zelfstandig en zijn maatschappelijk actief) | |||
Maatwerkvoorzieningen zorgen dat mensen langer zelfstandig wonen (met ondersteuning in buurt en wijk) en maatschappelijk actief zijn. | |||
Status van de indicator | Op schema | ||
Ondersteuning wordt ingezet om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen of juist weer zelfstandig te gaan wonen. Dit is van belang omdat we een afbouw zien van de intramurale capaciteit als gevolg van de herziening in de langdurige zorg. We constateren dat dit leidt tot een verzwaring van de ondersteuningsvraag, hetgeen ook de aanbieders van de maatwerkvoorzieningen aan ons terugkoppelen. | |||
Beschikbare vrijwillige inzet | |||
(Een goede match tussen vraag en aanbod van vrijwilligers) | |||
Eigentijds beleid maakt het aantrekkelijk om vrijwilliger te zijn en zorgt voor een goede match tussen vraag en aanbod. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Het aantal matches is met 11% gestegen ten opzichte van 2015. Hiermee is de ambitie gehaald. Er wordt doorgegaan op de ingezette koers. Er komt in 2017 een nieuwe website om vraag en aanbod van vrijwilligers nog beter te matchen.
Beleving vrijwillige inzet: het aantal nieuwe vrijwilligers en aantal matches is een positieve ontwikkeling, gezien de voortdurende vraag naar vrijwillige inzet en het belang ervan voor sociale samenhang in Breda.
| |||
Contactmomenten | |||
(Aantal contactmomenten voor informatie of hulp) | |||
In de bestuursrapportage die twee maal per jaar door het college aangeboden wordt aan de gemeenteraad is de sociaal domein monitor opgenomen. Onder andere cijfers over contactmomenten staan daarin vermeld. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
In de eerste helft van 2016 waren er 31.635 contactmomenten (incl. Zorg Voor Elkaar Breda, zie hiervoor de Monitor Sociaal Domein. Hiervan verdienden 516 signalen extra aandacht omdat zij bij het verbeterpunt binnenkwamen als bezwaar, klacht of melding. Dit betrof 1,6% van het totaal aantal meldingen. |
Achterliggende documenten
Maand / Jaar | Kaderstellend / Rapporterend / Evaluerend | Document |
---|---|---|
2014 | Kaderstellend | Wmo Beleidskader (Goede zorg doen we samen). |
mei 2015 | Kaderstellend | Voorjaarsnota 2015 Breda. |
2015 | Kaderstellend | Breda Basis (kader subsidieuitvraag 2016). |
Gerelateerde producten
- Maatwerk Wmo
- Maatwerk dienstverlening volwassenen
- Maatwerk dienstverlening jongeren
- Opvang en Ondersteuning Volwassenen
- Volksgezondheid
Risico's
De risico’s hebben te maken met het totaalbeeld van “Vrijwillige zorg waar het kan, professioneel waar het moet”:
Bij de integrale benadering van ondersteuningsvragen zien we twee thema’s vaak terugkomen: beschikken over voldoende inkomen (voorkomen schulden) en beschikken over een geschikte woning. Met name voldoende aanbod van geschikte woningen is een zorg, dit heeft betrekking op toegankelijkheid, grootte en vooral ook betaalbaarheid.
Bij maatwerkvoorzieningen speelt de match tussen de vraag en de ondersteuning die geboden kan worden. Met name voor specifieke behoefte is dit een aandachtpunt.
Bestrijding armoede
Wat wilden we bereiken?
Bredanaars hebben minstens een (financiële) basis om mee te doen en actief te zijn. Maatwerk is het uitgangspunt, want niet iedereen is hetzelfde. We helpen mensen om het maximale uit zichzelf te halen en ondersteunen waar dat nodig is. Zo krijgen zij uiteindelijk zelf weer grip op hun leven.
Wat wilden we hiervoor doen?
We voeren het beleid van "Bredase Plus" uit. We bieden perspectief aan kwetsbare burgers en we voorkomen van afglijden in schulden. Creëren inzicht in nieuwe doelgroepen, zoals werkende armen en ondernemers. Er is ruimte voor burgerparticipatie. We ondersteunen en faciliteren initiatieven van burgers. Daarnaast gaan we op zoek naar verjonging en vernieuwing van het netwerk rondom kwetsbare burgers. We werken dichter bij de burger in de wijk met oog voor samenwerking. We mikken op deelname van kinderen en jongeren en voorkomen van achterstand.Wat hebben we ervoor gedaan?
Bredanaars die niet (financieel) zelfredzaam waren, zijn ondersteund om weer op orde te raken en mee te kunnen doen in Breda. We slagen er steeds beter in om daarbij niet alleen naar het financieel tekort te kijken, maar naar de totale situatie. Het totaalbeeld en de wensen van de cliënt zelf zijn het vertrekpunt op basis waarvan we op maat ondersteuning organiseren. Daarbij kijken we naar onze eigen verbetermogelijkheden, zo zijn in 2016 onze beleidsinstrumenten en voorzieningen van het armoedebeleid en schuldhulpverlening met elkaar verbonden (Samen uit de Schulden). Ook verbindingen met andere beleidsterreinen, zoals sport, volksgezondheid, Wmo, wonen en milieu, zijn steeds belangrijker geworden. Daarnaast hebben we met “Breda Doet, Samen verder” bewust ingezet op een werkwijze waarin we samen met burgers, initiatiefnemers, ervaringsdeskundigen en partners beleid gezamenlijk uitwerken en uitvoeren. Via de thematafels Aan de Slag en Zorg voor Elkaar is gewerkt aan meer samenhang tussen de verschillende initiatieven, voorzieningen en regels op het terrein van (financiële) zelfredzaamheid en armoedebestrijding.
Onze voornemens konden nagenoeg binnen de financiële kaders worden gerealiseerd. Echter op een uitzondering na. Over 2016 is er een tekort ontstaan op de bijzondere bijstand. Het tekort wordt veroorzaakt door de sterk gestegen kosten van het beschermingsbewind. Hierin staat Breda niet alleen: iedere gemeente in Nederland heeft ermee te maken. Lokaal zijn beheersmaatregelen getroffen om de stijging te beperken. Denk hierbij aan het nog nadrukkelijker aanbieden van budgetbeheer als alternatief. Essentieel hierin is de rol van de rechtbank.
Het beleid van de bespreeknotitie “Bredase plus” is in 2016 geëvalueerd. Deze resultaten worden, net als de resultaten van de Minima effect rapportage (MER) van het Nibud, betrokken bij de doorontwikkeling van het armoedebeleid. Door de MER is meer inzicht gekregen in de doelgroepen. Zo bleek onder meer dat vooral (echt-)paren met oudere kinderen het moeilijk hebben, maar ook dat andere groepen zoals alleenstaande ouders met oudere kinderen het niet makkelijk hebben. Eind 2016 is gestart met de voorbereiding van de doorontwikkeling van het armoedebeleid (Ontwikkel agenda armoede Breda). Hierin wordt onder andere aandacht besteed aan deelname van kinderen en jongeren. De acties zoals opgenomen in het, in 2016 vastgestelde, meerjarenplan Samen uit de Schulden dragen eraan bij dat minder mensen afglijden in schulden. Via de thematafels zijn burgers en instellingen betrokken, gefaciliteerd en ondersteund.
Wat was de uitdaging?
Perspectief voor Bredanaars | |||
(Het aantal Bredanaars met perspectief stijgt) | |||
Het aandeel huishoudens met een laag inkomen is in Breda in 2016 niet hoger dan in 2013. In 2015: 4.397 deelnemers Gemeente Extra Pakket (€ 527.640). 1.983 deelnemers Gemeente Extra Uitgebreid Pakket (€ 713.880). | |||
Status van de indicator | Aandachtspunt | ||
IIn 2013 waren er 8.350 huishoudens tot 110% van het sociaal minimum. In 2016 waren dat er 8.800. Het doel voor 2017 is dat het aantal inwoners dat in armoede leeft en/of niet mee kan doen wordt teruggedrongen. | |||
Armoede onder kinderen | |||
(Minder Bredase kinderen groeien op in armoede) | |||
Het aantal kinderen in een armoedesituatie is niet hoger dan in 2013. In 2015: 3.580 kinderen (BredaPas € 217.775, Jeugdsportfonds € 277.000, Jeugdcultuurfonds € 34.700). | |||
Status van de indicator | Op schema | ||
In 2013 waren er 3.755 kinderen in een situatie tot 110% van het sociaal minimum. In 2016 waren dat er 3.865. Het doel voor 2017 is dat er aan het einde van het jaar minder kinderen in armoede leven. | |||
Beroep op noodfondsen | |||
(Minder Bredanaars doen een beroep op de noodfondsen) | |||
Het beroep op particuliere initiatieven voor noodgevallen is niet hoger dan in 2013. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Realisatie | Begroting | Realisatie | |
Beroep op noodfondsen | 131 | ||
In 2013 dienden 240 Bredanaars een verzoek in bij het Hibo (Hulp in bijzondere omstandigheden, een particulier noodfonds) waarvan er 151 werden toegekend. In 2016 waren dit 131 verzoeken waarvan er 112 werden toegekend. Verder werden er in 2013 1.066 verzoeken door Stichting Leergeld toegekend en in n 2016 waren dit er 587.
De daling van het beroep op deze twee noodfondsen komt waarschijnlijk onder meer doordat we op een andere manier zijn gaan werken (meer maatwerk) en nieuwe voorzieningen hebben (woonlastenfonds, sinds 2015 uitbreiding van het schoolstartpakket).
Bedacht moet worden dat deze cijfers alleen een indicatie geven. Er zijn meer fondsen of verenigingen die mensen in nood helpen. Daarnaast kunnen de bij die fondsen of verenigingen beschikbare middelen per jaar variëren en dus ook de mogelijkheden om aanvragen in behandeling te nemen of te honoreren.
|
Achterliggende documenten
Maand / Jaar | Kaderstellend / Rapporterend / Evaluerend | Document |
---|---|---|
2014 | Kaderstellend | De Bredase plus + (op armoede- en schuldenbeleid in 2014 en 2015). |
mei 2015 | Rapporterend | Voorjaarsnota 2015 Breda. |
Gerelateerde producten
Risico's
Aandachtspunt blijft de hoogte van de kosten voor het beschermingsbewind. De verwachting is dat deze kosten de komende jaren niet zullen afnemen. Door lokale beheersmaatregelen wordt wel gepoogd om in ieder geval een verdere stijging van het aantal nieuwe aanmeldingen voor het beschermingsbewind door de rechterlijke macht te voorkomen zodat de kosten beheersbaar blijven.
Leefbaarheid in wijken en dorpen
Wat wilden we bereiken?
We gaan uit van de schaal van de buurt. Mensen voelen zich thuis in hun wijk en dorp. Ze doen mee aan een leefbare omgeving omdat ze zich daarvoor verantwoordelijk voelen. Daardoor stijgt de tevredenheid over hun wijk of dorp. Als het nodig is zijn wij aanspreekpunt en ondersteunen we daarbij. Wijkcentra spelen daarbij een belangrijke rol.
Wat wilden we hiervoor doen?
Werken aan de verdere ontwikkeling van wijken en dorpen waarbij wensen, ideeën en het gemeentelijk beleid bij elkaar worden gebracht. Bewoners staan centraal bij de uitvoering en er is ruimte voor experimenten op sociaal economisch gebied. Er komt een platform waar wijken, bewoners en nieuwe samenwerkingsverbanden in de stad, dorpen en wijken van elkaar kunnen leren. Wijkcentra spelen een belangrijke rol en blijven zo veel mogelijk open.Wat hebben we ervoor gedaan?
Door middel van wijkgericht werken en werken met wijkplatforms, als onderdeel van het kader “Breda Doet, Samen verder” kunnen bewoners hun inbreng leveren aan de verdere ontwikkeling van de wijken en dorpen. In 2016 is wijkgericht werken en het werken met wijkplatforms doorontwikkeld en specifiek onderdeel gemaakt van het kader ‘Breda Doet, Samen verder’. Ook de wijkcentra hebben hierin een belangrijke rol gekregen. Innovaties in het sociale domein komen onder andere tot stand op de multidisciplinaire wijkplatforms. Wij hebben hier in 2016 al mee kunnen experimenteren. Bewoners zijn in 2016 meer aan zet geweest, waarbij de lerende aanpak en kennisdeling belangrijke uitgangspunten zijn geworden en blijven. Er zijn meerdere bijeenkomsten met stadmakers georganiseerd.
Wat was de uitdaging?
Verantwoordelijkheid in de wijk | |||
(Bredanaars voelen zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt) | |||
Bredanaars meer dan in voorgaande jaren betrekken bij ontwikkelingen en de aanpak in wijk en buurt zorgt voor een groter gevoel van verantwoordelijkheid. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Medio 2016 zijn we gestart met de inrichting van wijkplatforms waarbij we samen met de wijk, bewoners, ondernemers, vrijwilligers en professionals uitvoering geven aan het verleggen van zeggenschap naar de bewoners. In veel wijken hebben een aantal bijeenkomsten plaatsgevonden om tot de inrichting van wijkplatforms te komen. Eind 2016 is een aantal wijkplatforms goed van start gegaan.
Instrumenten om tot medeverantwoordelijkheid te komen zijn: Breda Begroot, Breda Breed, City Challenge Breda, Opgeruimd Breda, Wijkdeals, etc. De ervaring leert dat bewoners zich meer betrokken en gehoord voelen. Kwalitatieve meting van betrokken zijn wijst dit ook uit. Eind 2017 vindt een volgend onderzoek hiernaar plaats (Gemeentelijke beleidsmonitor, inclusief de meting van sociale kracht).
| |||
Schone nette buurt | |||
(Bredanaars dragen bij aan een schone en nette buurt) | |||
Bredanaars doen, meer dan in voorgaande jaren, mee aan Opgeruimd Breda en dragen zo bij aan een schone en nette buurt. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Deelname in 2016 aan onderstaande projecten / activiteiten:
Opgeruimde Bredanaars: 213; Klasse deals: 18; Groene deals: 171; Schone deals: 36; Bijzondere deals: 28; Wijkdeals totaal: 233.
Andere cijfers over 2016 nog niet bekend. Deze volgen uit de Gemeentelijke Beleidsmonitor die tweejaarlijks wordt uitgevoerd (weer in 2017).
| |||
Tevreden over leefbaarheid | |||
(Bredanaars zijn meer tevreden over de leefbaarheid in hun buurt) | |||
Bredanaars zijn betrokken bij de uitvoering van nieuwe projecten en het handhaven van bestaande faciliteiten. Zo groeit de tevredenheid meer dan in voorgaande jaren. | |||
Status van de indicator | Op schema | ||
De cijfers over 2016 zijn nog niet bekend. Deze volgen uit de Gemeentelijke Beleidsmonitor die tweejaarlijks wordt uitgevoerd (weer in 2017). | |||
Sociale en economische participatie | |||
(Ontplooide initiatieven op het gebied van werk en participatie in met name impulswijken) | |||
Door Bredanaars ruimte te bieden bij de uitvoering van nieuwe projecten en door het handhaven van bestaande faciliteiten groeit de participatie in de buurt c.q. de wijk. Met name gericht op de impulswijken: Geeren-Noord, Geeren-Zuid, Biesdonk, Wisselaar, Heuvel en Muizenberg / Kesteren. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
In 2016 hebben we projecten waarvoor een subsidie is aangevraagd, op basis van de subsidieregels Wijkimpuls, gesubsidieerd. Daarnaast hebben we innovaties gestimuleerd door projecten financieel en met deskundigheid te ondersteunen. In 2016 hebben 4 wijkimpuls bijeenkomsten plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomsten hebben de gesubsidieerde projecten zich gepresenteerd. Het doel van deze bijeenkomsten was elkaar leren kennen, van elkaar leren en constructief feedback geven (‘lerende aanpak wijkimpuls’).
Deze lerende aanpak maakt onderdeel uit van de monitor wijkimpuls. Iedere wijkimpuls wijk kent een eigen buurtprofiel met gegevens over de daar aanwezige participatie, werkgelegenheid en leefbaarheid. Naast de investeringen van de gemeente in deze wijk hebben de corporaties financieel en met deskundigheid bijgedragen aan het thema leefbaarheid, in de breedste zin van het woord, in deze wijken. Gezamenlijk hebben wij een werkwijze ontwikkeld, die wordt toegevoegd aan het pallet van instrumenten wijkgericht werken.
|
Achterliggende documenten
Maand / Jaar | Kaderstellend / Rapporterend / Evaluerend | Document |
---|---|---|
2012 | Kaderstellend | Welkom in mijn wijk (Wijkgericht werken september 2012). |
mei 2015 | Kaderstellend | Voorjaarsnota 2015 Breda. |
Gerelateerde producten
Risico's
Opvang
Wat wilden we bereiken?
Breda en daarmee de regio West-Brabant geeft thuis voor diverse doelgroepen. De aanpak per doelgroep is verschillend. We zorgen voor voldoende opvang en ondersteuning voor mensen die door diverse problemen dakloos worden. We zorgen dat mensen die dat nodig hebben beschermd en veilig kunnen wonen.
Ook het begeleiden van de deze mensen hoort hierbij. We zorgen dat uitgeprocedeerde asielzoekers en andere mensen die zonder verblijfsrecht in Breda zijn, gebruik kunnen maken van een geschikte voorziening. We bevorderen de begeleiding van deze mensen naar een terugkeer naar hun land van herkomst.
Wat wilden we hiervoor doen?
We zorgen dat mensen die dat nodig hebben beschermd en veilig kunnen wonen. We bieden vluchtelingen en asielzoekers een geschikte bed-bad-brood-voorziening. Daarnaast bieden we bemoeizorg voor uitgeprocedeerde asielzoekers die niet willen terugkeren naar hun land van herkomst. We ondersteunen de terugkeer naar het land van herkomst voor (dreigend) dak- en thuislozen uit Midden- en Oost-Europa.Hiertoe voeren we het Stedelijk Kompas uit:
Bieden van passende ondersteuning en zorg via het Loket Centraal Onthaal en Housing First (streven hiervoor is 30 plaatsen);
Opstellen van een herstelplan voor alle dak- en thuislozen;
Terugbrengen van de sociaal-medische zorg voor dak- en thuislozen;
Uitvoeren van de nieuwe regionale afspraken met gemeenten en partners;
Invoeren van de eigen bijdrageregeling voor Breda.
We geven uitvoering aan de regelingen voor Vrouwenopvang en Huiselijk geweld:
Verzorgen van training en afstemming met professionals op het gebied van (Vroeg-)Signalering en Signs of Safety;
Doorontwikkelen van Veilig Thuis en de vrouwenopvang;
Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;
Doorontwikkelen van de samenwerking met de 18 gemeenten in de regio (Monitor Veilig Thuis).
We bieden beschermd wonen voor een ieder die dat nodig heeft:
Continueren van de zorg voor bestaande cliënten;
Toegankelijk maken van de zorg voor nieuwe cliënten;
Afsluiten van maatwerkcontracten voor de zorg en ondersteuning van cliënten in 2016 en verder;
Regeling PGB Beschermd Wonen uitvoeren.
Wat hebben we ervoor gedaan?
Het uitvoeren van het Stedelijk Kompas is gerealiseerd conform planning.
In 2016 zijn vier grote verdiepingsbijeenkomsten georganiseerd en er zijn 80 professionals getraind in Signs of Safety, het maken van veiligheidsplannen of opgeleid tot facilitator. Daarnaast zijn er drie groepen aandachtsfunctionarissen van gemeenten en organisaties getraind in vroeg signalering huiselijk geweld en het toepassen van de Meldcode.
De ontwikkeling van Veilig Thuis gaat door; richtinggevend hierbij is de Inspectie Jeugdzorg (in samenwerking met de Inspectie voor de Gezondheidszorg) die het toezicht op Veilig Thuis stap voor stap aanscherpt. Ketenpartners vrouwenopvang hebben afspraken met elkaar gemaakt over onderlinge verantwoordelijkheden bij het opschalen, opvangen en afschalen in situaties van huiselijk geweld.
Breda is eind 2016 gestart met een pilot 'Ontspoorde Mantelzorg' ; de resultaten van deze pilot zullen in de tweede helft van 2017 komen. Met Breda-Actief zijn afspraken gemaakt over vroeg signalering van huiselijk geweld bij sportverenigingen en vrijwilligersorganisaties, waarbij deze organisaties ondersteund worden. Dit heeft onder andere tot de campagne "Wij maken er een punt van" geleid.
Voor de aansturing van Veilig Thuis werken de 18 gemeenten in West-Brabant samen. In de tweede helft van 2016 is een stuurgroep gevormd waarin twee burgemeesters en vijf wethouders uit zeven gemeenten zitting hebben en gezamenlijk de ontwikkeling van Veilig Thuis monitoren en waar nodig bijsturen. Deze stuurgroep wordt ondersteund door een ambtelijke werkgroep
Het bieden van beschermd wonen aan een ieder die dat nodig heeft, is gecontinueerd conform planning.
De thematafels ‘Regio Breda vangt op’ en ‘Veilig thuis in West-Brabant’ hebben gezamenlijk overleg gevoerd en hebben voor 2017 en 2018 een gezamenlijk plan gemaakt voor de doelen uit de Ontwikkelagenda West-Brabant geeft thuis! / het Beleidskader kwetsbare groepen en het Convenant Stedelijk Kompas.
Wat was de uitdaging?
Opvang huiselijk geweld | |||
(Er is in Breda (en de regio) voldoende capaciteit voor opvang en ondersteuning van slachtoffers van huiselijk geweld) | |||
De organisaties die samenwerken aan de aanpak van huiselijk geweld zorgen voor een sluitende keten van opvang en ondersteuning. Vanaf 2016 zijn er minder opvangplaatsen voor vrouwen (met hun eventuele kinderen). De ambulante ondersteuning en reguliere hulpverlening aan slachtoffers en plegers van huiselijk geweld die door partijen geboden wordt, is zodanig op elkaar afgestemd dat slachtoffers van huiselijk geweld de hulp krijgen die ze nodig hebben. Veilig Thuis is in staat zonder wachtlijsten (bij wet verboden) de haar opgedragen taken uit te voeren. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Veilig Thuis was gedurende 2016 in staat om zonder wachtlijsten de opgedragen taken uit te voeren. Echter eind 2016 ontstond er toch nog een wachtlijst. We hebben per direct maatregelen getroffen zodat Veilig Thuis de wachtlijst zo spoedig mogelijk kon wegwerken. De eerste helft van 2017 is benut om een meerjarenperspectief voor veilig thuis op te maken, zowel inhoudelijk als financieel. Mede vanwege de halvering van het rijksbudget voor vrouwenopvang is al in 2015 een proces van heroriëntatie vrouwenopvang in gang gezet. Voorkomen moest worden dat er een gat zou vallen. Dit leidde ertoe dat de ketenpartners uit West-Brabant afspraken met elkaar hebben gemaakt over het toeleiden naar opvang, dienstverlening tijdens de opvang en het afschalen na de opvang. | |||
Dak- en thuislozen in beeld | |||
(Alle dak- en thuislozen in Breda en in de regio zijn in beeld) | |||
Alle dak- en thuislozen zijn in beeld bij de hulpverlenende instanties, zodat we voor hen een herstelplan kunnen maken en de nodige sociaal-medische zorg kunnen bieden. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Het is onmogelijk om gegarandeerd alle dak- en thuislozen in beeld te hebben, maar het merendeel van deze mensen is in beeld bij de gemeente en hulpverleners. Voor hen wordt via Centraal Onthaal en andere kanalen passende zorg en ondersteuning aangeboden. Voor alle in beeld zijnde dak- en thuislozen worden herstelplannen opgesteld. | |||
Capaciteit beschermd wonen | |||
(Er is in Breda (en de regio) voldoende capaciteit voor opvang van mensen die dit nodig hebben) | |||
We gaan door met zorg en opvang voor bestaande cliënten en maken deze ook toegankelijk voor nieuwe cliënten. | |||
Status van de indicator | Op schema | ||
Van oudsher zijn de traditionele instellingen voor Beschermd wonen gecentreerd in Breda. Hierdoor is er een onevenredige spreiding van deze voorzieningen in de regio. Er zijn wel initiatieven ontstaan in de regiogemeenten. De verwachting is dat de spreiding wat meer zal plaatsvinden als gevolg van de doordecentralisatie van Beschermd wonen en de visie op de nieuwe GGZ. Dit wil zeggen dat inwoners zoveel mogelijk ‘in de wijk’ moeten kunnen blijven wonen. Hier bereiden de regiogemeenten zich ook op voor. | |||
Maatwerkvoorzieningen Kwetsbare groepen | |||
(Aantal maatwerkvoorzieningen naar aard) | |||
2015: 476 plaatsingen beschermd wonen en tijdelijk verblijf. | |||
Status van de indicator | Gereed | ||
Realisatie | Begroting | Realisatie | |
Maatwerkvoorzieningen Kwetsbare groepen | 450 | ||
In totaal verstrekte de gemeente Breda in 2016 aan ongeveer 620 cliënten maatwerkvoorziening beschermd wonen. Hiervan zijn er 450 zorg in natura verstrekt en 170 in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb). In de cijfers van 2015 zijn de pgb’s niet opgenomen. |
Achterliggende documenten
Maand / Jaar | Kaderstellend / Rapporterend / Evaluerend | Document |
---|---|---|
Kaderstellend | Opvang en ondersteuning in West-Brabant (Beldiskader kwetsbare groepen regio Breda en Ontwikkelagenda West-Brabant Geeft Thuis!). |
Gerelateerde producten
Risico's
Per 2020 verdwijnen de centrumgemeenten betreffende Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang. Dit kan een risico zijn voor de samenwerking in de regio, de gecreëerde zorgarrangementen en de positie van de gemeenten Breda als centrumgemeente. Tegelijkertijd kan het een kans zijn om tot nieuwe samenwerkingsverbanden te komen.
Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe indeling van het macrobudget, waar begeleiding, BW en MO in één budget zullen opgaan. Daar moet een objectief verdeelmodel onder liggen. Breda zal daar naar verwachting met minder budget uit komen. Daarnaast is de verwachting dat er meer kosten in de uitvoering zullen worden gemaakt aangezien gemeenten zelf de beoordeling mogen gaan doen.
Het bieden van (voldoende) passende woonvormen voor Beschermd Wonen is afhankelijk van woning coöperaties en er zijn in de toekomst woonvormen nodig die er momenteel nog niet zijn.
Sport
Wat wilden we bereiken?
Sport is leuk, het verbindt mensen en draagt bij aan een gezond en vitaal Breda. We willen heel Breda in beweging krijgen en sport nog aantrekkelijker maken. Voor iedereen ongeacht afkomst, draagkracht of lichamelijke conditie. Breda heeft al een sportief imago en de komende jaren gaan we met elkaar aan de slag om dit nog verder te versterken.
Wat wilden we hiervoor doen?
We stimuleren sportbeoefening, vooral voor mensen die achterblijven in deelname aan sport. Daarnaast worden kinderen en jongeren uit gezinnen met onvoldoende financiële draagkracht ondersteund. Met oog voor de kosten zorgen we voor goede locaties en voorzieningen en ondersteunen talenten en initiatieven. Daarnaast investeren we in bestaande en nieuwe faciliteiten. We verbeteren de samenwerking tussen onderwijs en sportverenigingen.Wat hebben we ervoor gedaan?
De meeste concrete voornemens zijn gerealiseerd. De sportdeelname blijft echter achter, zowel bij kinderen als volwassenen, bij de percentages die we nastreven. Met name geldt dat voor het voldoen aan de beweegnorm. Bij volwassenen zien we een daling van het aantal beweeguren per dag, bij kinderen een lichte stijging. Maar deze laatste categorie beweegt nog steeds te weinig. Hierin wijkt Breda niet af van de landelijke tendens. Aandacht voor sport- en beweegstimulering blijft daarom nodig.
De thematafel ‘Breda Beweegt’ heeft gezamenlijk overleg gevoerd over en voor 2017 en 2018 een gezamenlijk plan gemaakt voor de volgende resultaten:
Bewoners zitten fysiek en mentaal goed in hun vel;
Bewoners hebben een gezonde leefstijl, ze bewegen voldoende en eten gezond. Indien nodig worden bewoners hierbij ondersteund;
Iedereen kan in de buurt terecht voor sport en beweegaanbod; Bewoners zijn tevreden over de speel-, sport- en beweegmogelijkheden in hun omgeving;
Ouderen en mensen met een beperking wonen langer prettig thuis, indien nodig met ondersteuning of hulp.
Wat was de uitdaging?
Meedoen in Breda | |||
(Bredanaars uit alle lagen van de samenleving kunnen sporten) | |||
Iedereen kan mee doen aan sport. Het aanbod en de infrastructuur voor sport zijn structureel verbeterd. Sportverenigingen hebben een sterke maatschappelijke functie en dragen bij aan doelen op het gebied van gezondheid, participatie en zorg. Sportverenigingen bieden goede omstandigheden aan leden en vrijwilligers (sociale veiligheid, scholing, goed vrijwilligersbeleid, et cetera). Ten minste 30 sportaanbieders hebben een aanbod voor mensen met een beperking (lichamelijk, verstandelijk, chronisch zieken). Minimaal 25 verenigingen zijn actief binnen de brede scholen / de wijk en organiseren maatschappelijke activiteiten. Ten minste 30 verenigingen zijn een traject gestart voor een veilig sportklimaat. Minimaal 25% van de verenigingen met een eigen accommodatie stelt deze open voor andere doelgroepen. | |||
Status van de indicator | Op schema | ||
In beginsel kan iedereen mee doen aan sport; ook ouderen, mensen met een beperking en beperkte financiële mogelijkheden. In 2016 is een start gemaakt met het inbedden van het sport- en beweegaanbod voor ouderen en specifieke doelgroepen zoals voormalig dak- en thuislozen in het aanbod van de sportcoaches.
Naast het aanbrengen van kleinere aanpassingen ten behoeve van de verbetering van sportaccommodaties, is in 2016 het natuurgras hoofdveld op Blauwe Kei (vv Baronie) omgebouwd naar een kunstgrasveld. Voorts is op sportcomplex Wisselaar gestart met het gefaseerd herinrichten van het wedstrijdvoetbalveld met aangrenzende oefenhoek naar een wedstrijdrugby veld. Dit zal zomer 2017 afgerond worden.
De ‘Open Club gedachte’ (NOC*NSF) is geïntroduceerd. Deze gedachte fungeert als aanjager voor sportverenigingen, zodat zij het belang en de kansen in gaan zien van samenwerken met partijen op het gebied van gezondheid, participatie en zorg. Een aantal clubs geven reeds invulling aan deze maatschappelijke functie en kunnen dit zelfstandig toepassen in de praktijk. De koers van de clubs is bepalend voor de mate waarin zij bijdragen aan de leefbaarheid in Breda.
Met name ledenwervingsvraagstukken van sportclubs en nieuwe initiatieven worden succesvol verbonden aan school, wijk en buurt. Leden en vrijwilligers van sportclubs nemen regelmatig deel aan cursussen en trainingen van de Vrijwilligersacademie Breda.
Met name ledenwervingsvraagstukken van sportclubs en nieuwe initiatieven worden succesvol verbonden aan school, wijk en buurt. De sportcoaches hebben voortdurend aandacht voor meer verbinding tussen sportclubs en sporten in de wijk en na schooltijd. Per gebied wordt bekeken welke sportcoaches ruimte hebben om het netwerk met trainers en coaches van sportclubs verder uit te breiden in samenwerking met de Open Club Coach. Via de projecten Nationale Sportweek, KIDS Sport en Sporten in de Wijk zijn ruim 30 sportclubs betrokken geweest bij de uitvoering van kennismakingslessen.
Het is moeilijk om sportverenigingen enthousiast te krijgen voor het onderwerp “veilig sportklimaat”. Er zijn 25 organisaties c.q. verenigingen die hier momenteel mee bezig zijn en in contact staan met Breda Actief. Voor het Overleg Bredase Amateur voetbalverenigingen (OBA) en overleg Hockeyclubs zijn extra financiën vrijgemaakt om sportiviteit en respect naar een hoger niveau te tillen. Daarbij heeft Breda-Actief de rol van procesbegeleider en expert gekregen.
Het aantal van minimaal 25% van de verenigingen met een eigen accommodatie die deze open stellen voor andere doelgroepen, is niet gehaald. Dit heeft onder andere te maken met de aanwezigheid en kwaliteit van vrijwilligers, beschikbare en investeerbare tijd bestuursleden, het huidig bruikbaar aanbod, de financiële haalbaarheid en de omgevingsanalyse.
|
Achterliggende documenten
Maand / Jaar | Kaderstellend / Rapporterend / Evaluerend | Document |
---|---|---|
Kaderstellend | Sportimpuls Breda 2011-2014 (Nota is verlengd). | |
mei 2015 | Kaderstellend | Voorjaarsnota 2015 Breda. |
Gerelateerde producten
Risico's
De kosten van dit programma
(bedragen x € 1.000)
Thema | Primitieve begroting 2016 | Begroting 2016 na wijziging | Rekening 2016 | Saldo 2016 |
---|---|---|---|---|
Lasten | ||||
Opgroeien | 2.641 | 2.641 | 2.578 | 63 |
Inkomensverwerving | 112.728 | 119.909 | 132.048 | -12.139 |
Vrijwillige zorg waar het kan, professioneel waar het moet | 157.686 | 161.588 | 147.304 | 14.284 |
Bestrijding armoede | 9.717 | 10.459 | 12.160 | -1.702 |
Leefbaarheid in wijken en dorpen | 9.253 | 9.231 | 5.427 | 3.804 |
Opvang | 100 | 1.795 | 1.472 | 324 |
Sport | 3.213 | 3.624 | 3.568 | 55 |
Totaal lasten | 295.337 | 309.246 | 304.557 | 4.689 |
Baten | ||||
Opgroeien | 168 | 168 | 171 | 3 |
Inkomensverwerving | 75.562 | 80.442 | 86.955 | 6.513 |
Vrijwillige zorg waar het kan, professioneel waar het moet | 31.927 | 30.533 | 31.768 | 1.235 |
Bestrijding armoede | 2.803 | 2.753 | 4.109 | 1.356 |
Leefbaarheid in wijken en dorpen | 1.988 | 1.888 | 1.245 | -643 |
Opvang | 0 | 780 | 780 | 0 |
Sport | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 112.447 | 116.564 | 125.028 | 8.465 |
Mutaties in reserves | ||||
Stortingen | 0 | 798 | 0 | 798 |
Onttrekkingen | 4.554 | 7.815 | 4.495 | -3.320 |
Totaal reserves | -4.554 | -7.017 | -4.495 | -2.522 |
Totaal ten laste van de algemene middelen | 178.336 | 185.665 | 175.034 | 10.632 |
Toelichting exploitatie / mutaties (op hoofdlijnen)
Het resultaat van het programma bedraagt € 10,6 miljoen positief. Er is een groot aantal oorzaken voor dit resultaat. Daarom is ervoor gekozen om een toelichting te geven van de grootste resultaten per thema.
Thema Opgroeien
Bij dit thema is geen significante afwijking.
Thema Inkomensverwerving
Het saldo is € 5,6 miljoen nadelig.
Onder dit thema vallen een viertal producten. Het product Participatie ( Maatschappelijke zorg en ondersteuning) heeft een saldo van € 0,3 miljoen negatief. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door minder teruggevorderde subsidies en afboeking oninbare bedragen op teruggevorderde subsidies, ad € 0,165 miljoen, niet door COA vergoede kosten opvang asielzoekers ad € 0,065 miljoen en niet geraamde kosten van € 0,1 miljoen.
Het product Re-integratie bestaat uit een onderdeel Participatiebudget en het onderdeel Regionaal Werkbedrijf. Het resultaat op het onderdeel Participatiebudget is nihil. De lasten zijn € 0,34 miljoen minder dan begroot. Hiervan heeft een bedrag van € 0,096 miljoen betrekking op de subsidieregeling re-integratie proeftuin die een doorloop heeft naar 2017. Bij resultaatbestemming zal worden voorgesteld deze middelen hiervoor te reserveren. Resteert per saldo € 0,24 miljoen lagere lasten waarvoor de oorzaak is dat er minder uitgaven dan verwacht zijn voor jobcoaching en re-integratietrajecten voor mensen met een arbeidsbeperking. Gezien de lagere lasten is de onttrekking uit de reserve sociaal domein voor Participatie re-integratie € 0,24 miljoen lager dan begroot. Het resultaat op het onderdeel Regionaal Werkbedrijf (West-Brabant) bedraagt € 0,54 miljoen positief. Dit bedrag is het restant van het door SZW in 2015 beschikbaar gestelde bedrag van € 1 miljoen. Over 2015 en 2016 is in totaal iets meer dan € 0,44 miljoen ingezet zodat nog ruim een half miljoen resteert. Hiervoor wordt op korte termijn een begroting 2017 verwacht. Bij resultaatbestemming zal daarom worden voorgesteld het bedrag van € 0,54 miljoen over te hevelen naar 2017.
Het product Sociale werkvoorziening kent een resultaat van € 0,5 miljoen nadelig. In de meicirculaire 2016 is gebleken dat het Rijk bij vaststelling van het totaal landelijke Wsw budget is uitgegaan van te hoge uitstroomcijfers. Dit is een landelijk probleem. Op basis van dit nieuwe systeem blijkt dat de gemeente Breda ongeveer 20 SW medewerkers niet gesubsidieerd krijgt. Omdat er sprake is van een vast (landelijk) budget dat over een groter (landelijk) aantal medewerkers moet worden verdeeld, is het subsidiebedrag per medewerker lager dan begroot. De hogere lasten van € 3 miljoen zijn met name het gevolg van de kosten die samenhangen met personen vanuit de Sociale werkvoorziening. Hier staan ook vergoedingen vanuit de Atea-organisatie tegenover voor de geplaatste Sw'ers. Per saldo is op dit onderdeel als gevolg hiervan een negatieve afwijking ten opzichte van de begroting ontstaan van € 0,5 miljoen.
Het resultaat op het product BUIG is € 4,8 miljoen nadelig.
De uitkeringslasten BUIG zijn € 6,4 miljoen hoger dan begroot. Ook in 2016 zien we een stijging van het klantenbestand. De belangrijkste reden voor de toename is de verhoogde instroom van statushouders (€ 2,2 miljoen). Daarnaast zien we een stijging van het aantal IOAW-uitkeringen, onder andere als gevolg van de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Gezien de hogere lasten dan begroot blijft de geraamde dotatie van € 0,8 miljoen aan de reserve sociaal domein achterwege, waardoor per saldo een tekort op het budget BUIG wordt gerealiseerd van € 5,6 miljoen. Ook voor 2016 is er een tijdelijke Vangnetregeling. De gemeente Breda komt voor een bedrag van € 0,8 miljoen in aanmerking voor deze regeling. Tegenover de lastenstijging staan ook hogere baten. Deze zijn het gevolg van hogere baten vanuit het Rijk.
Thema Vrijwillige zorg waar het kan, professioneel waar het moet
Het resultaat op dit thema is € 15,5 miljoen voordelig.
Onder dit thema vallen vijf producten.
De producten Maatwerk dienstverlening volwassenen en Volksgezondheid hebben geen significante afwijkingen.
Het product Opvang en ondersteuning Volwassenen heeft een resultaat van € 1,6 miljoen voordelig, hetgeen met name veroorzaakt wordt door een positief resultaat bij Beschermd wonen van € 1,2 miljoen. In 2016 is er een bedrag van € 1.970.000 teruggevorderd van de over 2015 aan zorgaanbieders verstrekte subsidies. De uitgaven PGB zijn € 0,5 miljoen hoger dan was begroot. Op de opvang en ondersteuning van Volwassenen anders dan Beschermd wonen is een resultaat van ca. € 0,4 miljoen voordelig behaald.
Het product Maatwerk dienstverlening jongeren heeft een resultaat van € 5.3 miljoen voordelig. Dit saldo heeft geen structureel karakter, vanaf 2017 daalt het budget met € 3,7 miljoen.
Dit resultaat was grotendeels voorzien begin 2016 ( € 5,2 miljoen) met als oorzaak de uitgangspunten van de verdeling van de middelen door het Rijk. Daarnaast zijn de PGB-uitgaven net als voorgaand jaar weer stukken lager uitgevallen dan vanaf het begin van de decentralisatie begroot was, € 1,2 miljoen aan uitgaven en € 3 miljoen begroot.
Het product Maatwerk Wmo heeft een resultaat van € 8,5 miljoen voordelig. Dit saldo heeft geen structureel karakter, in 2017 wordt het budget met €1,8 miljoen gekort en de HHT middelen waren incidenteel geld.
De grote restantbudgetten zijn : compensatie meerkosten chronisch zieken en gehandicapten € 1,3 miljoen, huishoudelijke hulptoelage (HHT) € 3,9 miljoen, Persoonsgebonden budgetten begeleiding € 1,2 miljoen, Begeleiding Zorg in natura (ZIN) € 0,2 miljoen, Risicobudget € 0,6 miljoen, Vervoersvoorzieningen collectieve sector € 0,5 miljoen, Huishoudelijke verzorging € 0,4 miljoen, mantelzorgcompliment € 0,3 miljoen.
Het overschot bij de compensatie van chronisch zieken blijft hoog. In 2016 is extra ingezet om klantmanagers sociaal domein breed verstrekkingen uit dit fonds te laten doen. Dit heeft echter niet het gewenste resultaat gehad. Dit jaar wordt het fonds op een andere manier ingezet. Er wordt samenwerking met huisartsen gezocht en de vrijwilligers van Zorg voor elkaar Breda worden actief over de mogelijkheden geïnformeerd. Met BCG en andere belangenorganisaties is ook een lokale agenda 22 ingezet die in 2017 uitgevoerd gaat worden.
De uitgaven voor Huishoudelijke verzorging zijn met name door minder PGB uitgaven € 1,5 miljoen lager dan begroot, maar de ontvangen eigen bijdragen zijn € 1,1 miljoen lager zodat er per saldo een voordeel van € 0,4 miljoen is.
Bij de resultaatbestemming zal voorgesteld worden van de overgebleven HHT middelen van € 3,9 miljoen:
- Het tarief tijdelijk op te plussen vanaf mei 2017 tot en met december 2018 met € 32,- per periode voor HV1 en € 35,- per periode voor HV2. Om dit te realiseren is er totaal € 2,4 mln nodig tot 1 januari 2019 (€ 0,8 mln in 2017 en € 1,6 mln in 2018).
- € 1,0 mln inzetten voor de doorloop van huishoudelijke hulptoelage naar 2017 conform CO 45176 € 0,3 mln, doorloop naar 2018 € 0,2 mln en het realiseren van zachte landing voor verdwijnen alfacheque in 2017 € 0,5 mln.
- € 0,5 mln inzetten voor stichting Werk aan de Wijk in 2018.
Thema Bestrijding armoede
Het resultaat op dit thema is € 0,3 miljoen nadelig.
De belangrijkste oorzaak voor dit resultaat zijn de uitgaven voor het product Bijzondere bijstand, die de afgelopen jaren en ook in 2016 flink zijn gestegen. Dit is een landelijke tendens, vooral veroorzaakt door de enorme groei van het aantal mensen onder bewindvoering en de toename van het aantal vluchtelingen met een verblijfstatus. Voor de statushouders zijn extra middelen beschikbaar gesteld in het ‘Uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom’. Bij het genoemd resultaat is met deze extra middelen al rekening gehouden.
De producten Breda pas en Schuldhulpverlening hebben geen significante afwijkingen. Wel resteert in het "Tijdelijk ondersteuningsfonds woonlasten" een bedrag van € 41.000. In totaliteit was er voor de periode 2015 - 2016 een bedrag van € 0,4 miljoen beschikbaar. Voor het nog resterende deel van € 41.000 zal bij resultaatbestemming worden voorgesteld dit beschikbaar te houden, om aan de verplichtingen, die een doorloop hebben naar 2017, te kunnen voldoen.
Thema Leefbaarheid in wijken en dorpen
Het resultaat op dit thema is € 0,5 miljoen voordelig.
Het saldo voor het product Wijkontwikkeling (inclusief Reserve Wijkontwikkeling) is circa € 0,4 miljoen voordelig. Dit heeft voornamelijk betrekking op niet uitgegeven middelen voor de pilot ID Lab en studentenwerkplaats 3D met Avans, ad € 0,18 miljoen (voorstel bij resultaatbestemming om deze middelen in te zetten in 2017) en niet geraamde opbrengst van € 0,2 miljoen.
De fysieke projecten van Wijkontwikkeling veroorzaken geen resultaat; De lasten worden volledig gedekt binnen de Reserve Wijkontwikkeling en opbrengst derden. De gerealiseerde lasten (en hiermee ook de baten inclusief mutatie Reserve Wijkontwikkeling), ad € 1,4 miljoen van de fysieke projecten van Wijkontwikkeling zijn € 2,7 miljoen lager dan geraamd (€ 4,1 miljoen) in 2016. Dit veroorzaakt geen resultaat in 2016. De oorzaak hiervan is te vinden in de vertraging van de realisatie van de projecten dan wel een gefaseerde doorloop in tijd van de projecten. De projecten, waaronder Herinrichting openbare ruimte Driesprong, Masterplan en herinrichting openbare ruimte Linie-Noord zullen voortgang vinden in 2017. De restantmiddelen, circa € 2,7 miljoen zullen aan de Begroting 2017 worden toegevoegd.
Het saldo voor het product Sociale infrastructuur is € 0,1 miljoen voordelig. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door het niet besteden van beschikbare middelen voor Wijkimpuls.
Het product Wijkgericht werken heeft geen significante afwijking.
Thema Opvang
Het resultaat op dit thema is € 0,3 miljoen voordelig.
Het resultaat op het product Inburgering / participatie bedraagt € 0,54 miljoen positief. Bij resultaatbestemming zal worden voorgesteld dit bedrag beschikbaar te houden voor 2017.De uitgaven zijn lager dan begroot, omdat een aantal activiteiten die zijn opgenomen in de begroting Plan van Aanpak Statushouders "Een nieuw thuis in Breda!" later zijn uitgewerkt c.q. zijn opgestart en daarmee een doorloop hebben naar 2017.
Thema Sport
Het saldo is € 55.000 voordelig.
Mutaties in reserves
(Bedragen x € 1.000) | ||||||
Stand op | Mutaties | Stand op | ||||
Reserves programma 1 | 1-1-2016 | 31-12-2016 | ||||
Reserves Atea | 7.252.603 | -7.252.603 | 0 | |||
WMO/Zorgfonds | 4.360.613 | -4.360.613 | 0 | |||
Armoedebestrijding | 412.919 | -412.919 | 0 | |||
Reserve sociale zaken en werkgelegenheid | 1.237.776 | -1.237.776 | 0 | |||
Wijkontwikkeling | 6.486.474 | -2.784.913 | 3.701.561 | |||
Sociaal Domein | 0 | 20.191.943 | 20.191.943 | |||
Totaal | 19.750.385 | 4.143.119 | 23.893.504 |
Reserve Wijkontwikkeling
In de Reserve Wijkontwikkeling zijn onder andere middelen gereserveerd voor de afwikkeling van de projecten van Wijkontwikkeling, waaronder Masterplan, Herontwikkeling Driesprong en herinrichting openbare ruimte Linie-Noord.
Daarnaast zijn er per 1-1-2015 middelen gereserveerd binnen de Reserve Wijkontwikkeling voor Wijkimpuls voor de periode 2015-2018, ad € 0,453 miljoen. Hiervan is per 31-12-2016 nog beschikbaar € 0,200 miljoen. Dit restantbedrag blijft beschikbaar binnen de Reserve Wijkontwikkeling voor Wijkimpuls periode 2015-2018.
De Reserve met betrekking tot de Cashflow Heuvel (grondexploitaties Wijkontwikkeling) maakt ook onderdeel uit van de Reserve Wijkontwikkeling. De reserve met betrekking tot de Cashflow Heuvel, ad € 2,1 miljoen is in 2016 vrijgevallen. De middelen zijn gereserveerd binnen het weerstandsvermogen.
Mutaties in voorzieningen
(Bedragen x € 1.000) | ||||||
Stand op | Mutaties | Stand op | ||||
1-1-2016 | 31-12-2016 | |||||
Totaal |
Investeringen
Omschrijving | Beschikbare investeringen 2016 | Werkelijke uitgaven | Vrijval 2016 | Nog beschikbaar eind 2016 | Wat is meer/-minder nodig voor ctc | Verwachte uitgaven | Verwachte uitgaven | Verwachte uitgaven |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Vitaal en Sociaal Breda | ||||||||
Wijkontwikkeling | 169 | 82 | 0 | 88 | 0 | 88 | 0 | 0 |
Statushouders | 995 | 0 | 0 | 995 | 0 | 995 | 0 | 0 |
ATEA | 1.439 | 571 | -868 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 2.603 | 653 | -868 | 1.083 | 0 | 1.083 | 0 | 0 |
Wijkontwikkeling: Betreft het krediet Ingenhouszplein. De resterende middelen 2016 zijn benodigd voor aanpassingen aan het Ingenhouszplein. Resterende middelen na aanbesteding en realisatie van het project zijn conform eerdere besluitvorming beschikbaar voor de heraanleg van de Vestkant.